ECLI:NL:GHAMS:2022:1459
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot het treffen van een voorlopige voorziening in huurrechtelijke geschil
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een incident tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door de appellant, die eerder vrijwillig aan een ontruimingsvonnis had voldaan. De appellant, die dakloos is, verzocht het hof om hem toegang te verlenen tot het gehuurde pand, terwijl de geïntimeerde, Jekeje Holding B.V., het pand te koop had staan. De appellant stelde dat zijn belang om in het gehuurde te verblijven zwaarder weegt dan het belang van Jekeje bij de verkoop van het pand. Het hof oordeelde dat de appellant ontvankelijk was in zijn vordering, maar dat de belangenafweging in het nadeel van de appellant uitviel. Het hof weegt mee dat de appellant vrijwillig het pand had verlaten en dat hij onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zijn belang bij terugkeer naar het gehuurde zwaarder weegt dan het belang van Jekeje. De vordering van de appellant werd afgewezen, en de beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door Jekeje.