Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Naar aanleiding van ons recente gesprek, treft u hierbij meer informatie aan over renterisico’s op uw financieringsportefeuille. (…) Zoals afgesproken informeren wij u met dit schrijven nader over die derivatenproducten welke uw onderneming de gewenste bescherming kunnen bieden.”
4.Beoordeling
MET CONCLUSIE:
Zijn idee was dat hij feitelijk een vaste rente wilde en had gekregen”) gaat over hetgeen [appellant] (in december 2007) met de renteswap had verkregen en de passage in nummer 93 over de voorkeur van [appellant] ‘
om de financiering op gebruikelijke condities (dat wil zeggen: een vaste rente) af te sluiten’kan niet los gezien worden van wat daarop volgt, te weten:
[appellant] wist bijvoorbeeld niet beter dan dat wanneer hij de woning zou verkopen tegen minimaal de hoogte van de nog openstaande hypothecaire financiering, hij geen restschuld zou hebben en ook geen andere verplichtingen richting de bank. Met andere woorden: bij verkoop is ook altijd voortijdige aflossing zonder (hoge) kosten mogelijk. [appellant] had beter voorgelicht moeten worden over de gevolgen hiervan voor de renteswap.”
Er is ons door ABN AMRO Bank voorafgaand aan de verkoop wel gezegd dat we rekening moesten houden met extra kosten. We gingen er dus wel van uit dat we bij de verkoop te maken zouden krijgen met een boete”) kan ABN AMRO niet baten, aangezien dit gaat over wat tegen [appellant] is gezegd toen hij zijn woning in 2010 al had verkocht. In nummer 55 van de memorie van grieven, waarop ABN AMRO wijst, stelt [appellant] dat hij “
misschien inderdaad de renteswap aangegaan is met het doel zijn rente (deels) te fixeren”. ABN AMRO gaat ten onrechte voorbij aan hetgeen [appellant] daarna stelt, namelijk dat dit het directe gevolg is van de zorgplichtschending van ABN AMRO.