Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
‘over ieder boekjaar dat de onderhavige overeenkomst van toepassing is’. Gelet op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan deze bepaling, en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, volgt hieruit dat de winst over (alleen) de periode van 1 tot 12 januari 2016 dient te worden berekend. Gezien de in art. 4 lid 3 opgenomen gevallen waarin de managementovereenkomst onmiddellijk eindigt, hebben partijen tot uitgangspunt genomen dat deze overeenkomst ook tijdens een lopend boekjaar kan eindigen. Bij gebreke van een nadere regeling voor berekening van het recht op winstdeling in een geval dat het boekjaar niet wordt volgemaakt, houdt een redelijke uitleg van art. 2 lid 2 in dat wordt uitgegaan van het deel van het boekjaar dat de managementovereenkomst geldig was en dat de winstdeling wordt berekend over de periode van 1 tot 12 januari 2016. Anders dan Gecko Beheer betoogt, leidt het ontbreken van de bepaling ‘dan wel over een gedeelte van het boekjaar’ dus niet tot de door haar voorgestane berekeningswijze. De door Gecko Beheer genoemde omstandigheden dat de omzet seizoensgebonden is, de maand januari in ieder boekjaar verliesgevend is en ieder jaar de winst verdunt, de fiscus de maand januari niet geïsoleerd beschouwt en de in januari gedane inkopen mede de basis vormen voor de winst later in het jaar, nopen daar evenmin toe. Bij gebreke van een nadere regeling op dit punt kan namelijk niet worden aangenomen dat partijen hebben beoogd dat het recht op winstdeling in geval van beëindiging van de managementovereenkomst gedurende het boekjaar mede wordt bepaald door resultaten die zijn behaald in een (bepaalde) periode na die beëindiging.