Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Over de trap naar kelder is veel gediscussieerd en deze is uit eindelijk niet vanuit de trappenfabriek meegenomen en wordt nu in het werk gemaakt, omdat het niet zo kan als op de tekening staat in verband met de liftschacht en de kelderbak welke anders is gemaakt dan op tekening. Het materiaal is besteld en is binnen. Door [X] is echter gekozen om eerst het dakkapel dat nu 3 weken geleden definitief is geworden te maken zodat het gebouw waterdicht wordt voor wat betreft het voorhuis.
Vorige week is de stortkoker verwijderd welke nog is gebruikte voor het slopen voor het dakkapel. Natuurlijk hadden wij wel de overige reparaties kunnen uitvoeren, dus dat is een punt.
Graag aangeven welke balk hiervoor gebruikt kan worden [X] geeft aan dat er geen balk is van deze lengte, dan maken wij hem erin. Of moet er een nieuwe in komen?
Het verwijderen van deze trap is niet opgenomen in de prijsopgave/begroting, konden wij ook niet uit tekening halen en hebben wij niet bemerkt
Hierover was gedurende enige tijd onduidelijkheid m.b.t. wel/niet ventilatie rooster deze zijn nu besteld, maar hadden een aangegeven levertijd van 4 weken. Zijn nu binnen 3 weken binnen echter het glas stond nu ook op 4 weken en komt dus volgende week wo/do binnen waarna het geplaatst kan worden
Dit schilderwerk kan pas worden uitgevoerd als het glas in de kozijnen zit.
[appellant] heeft aangegeven dat deze ramen 30 minuten brandwerend glas moeten krijgen van binnen naar buiten en een optie voor brandwerende ventilatie roosters. Hiervan is afgelopen maandag een prijsopgave gestuurd, waarbij de roosters heel prijzig waren. [X] wacht nog op een 2e prijsopgave voor het glas en verwacht het deze week op te geven. Daarna volgt beslissing [appellant] . N.b. Wel opgemerkt moet worden dat de draaikiepramen geen bewezen 30 minuten kozijnen zijn, ze hebben wel een diepere sponning dan normale ramen.
Inmiddels bekend dat er geen brandwerend glas in komt, glas kan worden besteld nadat productie tekening gemaakt zijn van de staalconstructie. Op 29-11-2017 is van [C] een controle berekening van de staalconstructie ontvangen zodat het uitwerken van de werktekening van de staalconstructie in gang kan worden gezet. De doorlooptijd exclusief de vakantie zal minimaal 6 weken zijn gezien het coaten en verzinken van het staal
[A] is bij de smederij geweest en heeft een doorvalbeveiligingstang met knip bevestiging. [X] krijg van [appellant] deze door gemaild.
[appellant] komt hierop terug
De Mohringer lift is definitief in productie, de montage staat gepland voor start laatste week Februari en duurt ongeveer 3 weken. Dan moet ook een groepenkast met aarde en de juiste afzekering gemaakt zijn, bekabeling naar de lift. Voor de ingebruikname keuring moet verlichting bij de schachtdeuren gereed zijn, telefoonlijn aanwezig.
Sparing op 1e verdieping voorzijde is al door ons aangepast terwijl het niet in het werk zat, de overige sparingen aanpassen is toch echt aanvullend werk, hiervoor moeten (dus kosten berekenen voor de arbeid die hierin gaat.
“Veel extra/lijmmetselwerk uitgevoerd dit verrekend tegen wand tegen beekwilder
3.Beoordeling
grief Ien de inleiding op de grieven die zien op de boete brengt [appellant] , samengevat, het volgende naar voren. Over de overeengekomen boete is uitdrukkelijk onderhandeld. Deze is bewust afgesproken omdat het voor [appellant] van groot belang was dat de opleveringsdatum van 24 november 2017 zou worden gehaald in verband met aanzienlijke schade indien dat niet het geval zou zijn. Het is een gefixeerde schadevergoeding die zonder ingebrekestelling is verschuldigd. [X] had vooraf een zeer goed beeld van de werkzaamheden. Hij is meermalen langs geweest toen het pand al leeg en gestript was. Dat hij onjuiste of onvolledige gegevens had om een offerte te maken heeft hij ook niet gezegd. Als de opdracht uiteindelijk gecompliceerder bleek dan aanvankelijk ingeschat komt dat voor risico van de aannemer. Er zijn geen afwijkende afspraken gemaakt over een bouwtijdverlenging en een nieuwe opleverdatum. Vanaf 24 november 2017 was [X] in verzuim en kon [appellant] dus niet meer in verzuim komen ten aanzien van de betaling van de facturen. De verschuldigde boete geldt tot de dag dat [appellant] zich voor de resterende werkzaamheden op vervangende schadevergoeding heeft beroepen, 28 juni 2018, zodat de overschrijding 216 dagen bedraagt (bij grief II licht [appellant] toe dat [X] op 25 juni 2018 het werk heeft verlaten, in verzuim verkeerde en duidelijk was dat hij niet zou nakomen). Ten onrechte heeft de rechtbank de stellingen van [X] uitgelegd als een beroep op rechtsverwerking en overwogen de termijnoverschrijding geheel voor rekening van [appellant] te laten komen, omdat die zich niet eerder expliciet op het beding beroepen zou hebben. Dit terwijl [appellant] herhaaldelijk erop heeft gewezen dat haast nodig was en dat de verbouwing moest worden afgerond. Hij heeft zelfs op enig moment als voorbeeld een aantal punten genoemd die al lang klaar had kunnen zijn. Er waren geen bijzondere omstandigheden waarom [X] gerechtvaardigd erop zou mogen vertrouwen dat [appellant] zijn aanspraken op de boete niet geldend zou maken. Dat dat niet direct is gedaan na 27 november 2017 betekent niet dat het recht daartoe is verwerkt. Voor zover de rechtbank een aantal omstandigheden heeft genoemd die tot vertraging hebben geleid en die niet voor rekening en risico van [X] heeft laten komen, voert [appellant] daarover het volgende aan.
“Werkzaamheden die af hadden kunnen zijn en nog niet af waren”en de andere
“Werkzaamheden waar overleg over heeft plaatsgevonden”Die laatste lijst betreft (i) “optrekken gevels lichthof sous bg en 1e verd”, (ii) “Glas lichthof”, (iii) Glas liftschacht, (iv) “Doorvalbeveiliging”, (v) Trap achter 4e verd (zolder” en (vi) “Lift”. Dit betreft dus deels posten die hierboven als vertragende factoren zijn besproken. Die tweede lijst ondersteunt de hiervoor besproken stellingen van [X] . Het hof leidt immers uit de tegenstelling tussen de eerste en de tweede lijst en de bewoordingen van de tweede lijst, in samenhang met het gegeven dat [appellant] zich toen niet op het boetebeding heeft beroepen, af dat [appellant] ook bedoelde dat er overleg is geweest over de stand van de werkzaamheden en dat de vertraging niet uitsluitend aan [X] kon worden verweten. [X] heeft dat in elk geval zo mogen begrijpen. [X] kon uit de reactie van [appellant] bovendien afleiden dat hij op dat moment geen aanspraak op de boete kon en zou maken. [appellant] heeft daar niet over gerept, hetgeen op grond van het hiervoor bedoelde overleg overigens voor de hand ligt. De opleverdatum is op dat werkoverleg kennelijk uitgesteld naar een verder niet nader aangeduide datum in de toekomst. Weliswaar heeft [X] over medio februari gerept en is nadien nog over andere opleverdata gesproken, maar concrete afspraken over een nieuwe opleverdatum en de boete in dat verband of een boete in relatie tot het voltooid zijn van de werkzaamheden van de tweede lijst (die zich deels ook in mei 2018 nog voortsleepten), hebben partijen niet met elkaar gemaakt. Voor [X] bestond (en voor het hof bestaat) geen enkele duidelijkheid op dat punt. [appellant] , die opdrachtgever was en zich op de boetebepaling beroept, had die onder deze omstandigheden wel moeten geven, maar heeft dat nagelaten. Daar komt bij dat hij bij het uiteindelijk door hem gedane beroep op dat beding rekent vanaf 24 november 2017, terwijl daarover hiervoor is overwogen dat de overschrijding van die datum voor [X] geen gevolgen zou hebben. Het door [appellant] gedane beroep op het boetebeding was daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Grief I faalt.
grief IIricht [appellant] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de weigering van de oplevering niet op goede gronden is gebeurd en dat daarom de oplevering geacht moet worden op 29 mei 2018 te hebben plaatsgevonden. Het ging aldus [appellant] bij de weigering van de oplevering om niet geringe gebreken dan wel kleine gebreken die hem belemmerden om de afbouwwerkzaamheden verder in gang te zetten. De bevestiging van de balken was een ernstig gebrek. [X] heeft zelf gezegd nog 20 werkdagen bezig te zijn met herstel van de gebreken, dat is 25% van de afgesproken bouwtijd. De rechtbank heeft niet gekeken naar de opleverlijst van 29 mei 2018. Zij heeft slechts beoordeeld of de gebreken genoemd in de mail van [appellant] van 6 juni 2018 een afkeuring rechtvaardigden. Maar op 29 mei 2018 is het werk afgekeurd en op 6 juni 2018 is per mail een nadere onderbouwing van die afkeuring gestuurd. Bovendien is er een vooroplevering geweest en is toen een lijst met punten, waaronder constructieve, opgesteld die volgens toezegging van [X] op 29 mei 2018 klaar zouden zijn, hetgeen niet het geval was.
binnen20 werkdagen zal zijn voltooid. De grief faalt.
ergunning hijskraan, huur hijskraan, rijplaten, verreiker, inhijsen frame.
Volgens [X] zijn deze kosten anders ingevuld. Het stalen frame is niet ‘van bovenaf’ maar ‘binnendoor’ op zijn plaats gebracht. Hiervoor is apparatuur gehuurd, twee lange takels en zware rollers, een heftruck en een vrachtwagen met kraan en extra personeel om het frame toch naar binnen te krijgen. De kosten zijn dus wel gemaakt maar op een andere manier ingevuld. [appellant] heeft daarop gereageerd door te stellen dat de kosten door een andere uitvoering voor rekening van [X] komen. Verder merkt hij op dat de keuze van [X] om het frame in stukken te zagen sterk afdoet aan het uiterlijk. Bovendien zijn de details afgeraffeld. Hier is herhaaldelijk op gewezen.
De aanwezigheid van een hijskraan en wat daarmee verband houdt maakt geen deel uit van het te realiseren werk, maar is slechts voorwaardenscheppend. Dat betekent dat als op andere wijze de voorwaarden vervuld worden om het werk te realiseren van minderwerk geen sprake is. Dat is hier zo: het op zijn plaats aanbrengen van het liftframe heeft op andere wijze plaatsgevonden dan oorspronkelijk de bedoeling was. Voor het totstandbrengen van het werk dat was aangenomen maakt de wijze waarop het wordt gerealiseerd niet uit.
Voor zover [appellant] klachten had over de kwaliteit van het werk had hij die bij de oplevering moeten uiten.
“In de later verstrekte details van de kozijnen zijn ventilatie sleuven te zien in het draaikiep hout, dit is niet aangeboden er is uitgegeaan dat er met een balans ventilatie systeem wordt gewerkt. Indien het wel zo uitgevoerd moet worden is nog te bezien of er dan nog garantie kan worden gegeven op het draaikiep systeem.”