Uitspraak
15-740245-13 (TUL) tegen:
15 juni 2021, 29 juni 2021, 19 april 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
1.primairzij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 februari 2017 tot en met20 februari 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
- met betalingsopdrachten en/of
- met stamgegevens van klanten van [bedrijf 1]
1.subsidiairzij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 februari 2017 tot en met 20 februari 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
2.primairzij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september 2016 tot en met18 oktober 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, één of meer e-mailberichten
- met betalingsopdrachten en/of
- met stamgegevens van klanten van [bedrijf 1]
[rekeningnummer 2] ) (als zijnde (het) rekeningnummer(s) van (een) bedrij(f)(ven) waarop (een) verschuldigde betaling(en) moest(en) worden gestort) en/of onjuiste klantgegevens,
2.subsidiairzij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 september 2016 tot en met 18 oktober 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
3.zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 december 2016 tot en met 9 mei 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland,
- rekening: [rekeningnummer 1]
- naam: [verdachte]
- adres: [adres 2] .
- 16 februari 2017: € 55.230,42
- 20 februari 2017: € 68.476,94
- 24 februari 2017: € 77.644,92
- 28 februari 2017: € 147.861,88
20 februari 2017. [4]
- uit onderzoek van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] blijkt dat in de periode van 8 februari 2017 en 20 februari 2017 geen e-mailwisseling heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en [bedrijf 2] ;
- in de e-mail gebruik is gemaakt van een oude handtekening;
- de hiervoor bedoelde vier betalingen moesten worden overgemaakt naar de rekening van de verdachte;
- de verdachte op 16 februari 2017 vijf reminders stuurt om snelle betaling geregeld te krijgen.
- transactie op 7 oktober 2016 - € 39.391,66
- transactie op 18 oktober 2016 - € 42.025,05
e-mailwisseling met de verdachte teruggevonden omtrent deze betaling. [10]
e-mailbericht gestuurd aan [naam 2] , met als onderwerp “ [onderwerp] ”. Hierin verzoekt de verdachte de bankgegevens van het bedrijf te complementeren. Zij voegt een formulier toe voor de bankgegevens en zij verzoekt het formulier na invullen terug te sturen zodat zij het kan doorsturen naar het Cash Collection Team. [11] Op 31 augustus 2016 om 8:31 uur heeft [naam 1] van [bedrijf 2] een e-mailbericht gestuurd aan de verdachte met in de cc onder meer [naam 2] . Hierin staat dat het rekeningnummer van [bedrijf 2] [rekeningnummer 3] luidt, dat de bank BNP Paribas is en dat het geld kan worden overgemaakt op naam van [bedrijf 2] BV. [12] Vervolgens heeft de verdachte op 21 september 2016 om 7:55 uur een
e-mailbericht gestuurd aan [naam 3] van [bedrijf 1] met bijgevoegd een
refund formen het verzoek het verder te “completeren”, te “processen”, “de ref op deze wijze aan [te] houden” en schrijft zij “Inmiddels akkoord van Ivonne van Hooren”. [13] In bijgevoegd
refund formstaat dat het rekeningnummer van [bedrijf 2] [rekeningnummer 2] luidt en dat de bank Rabobank is. Onder payment method staat: “ [verdachte] / [nummer] ”. [14]
e-mailverkeer tussen [bedrijf 1] en begunstigde [bedrijf 2] . De verdachte heeft dan ook nimmer toestemming gehad de bewuste bedragen te ontvangen. [19]
het hof begrijpt: vanaf december 2016), bij haar in de straat heeft gestaan en dat zij in de auto heeft gereden. [27] Niemand heeft haar toestemming gegeven in de auto te rijden.
1.primairzij in de periode van 14 februari 2017 tot en met 20 februari 2017 in Nederland
- met betalingsopdrachten en
- met stamgegevens van een klant van [bedrijf 1]
2.2. primairzij op 21 september 2016 in Nederland één e-mailbericht
- met betalingsopdrachten en
- met stamgegevens van een klant van [bedrijf 1]
3.zij in de periode van 16 december 2016 tot en met 9 mei 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
- 4 STK Geluidsapparatuur;
- 1 STK Televisie Kleur, incl. soundbar, 3x afstandsbediening, 2x netsnoeren.
teruggaveaan [benadeelde] B.V. (voorheen [bedrijf 1] B.V.) van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
2 primair en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 84.797,71 (vierentachtigduizend zevenhonderdzevenennegentig euro en eenenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
6 (zes) maanden.