Uitspraak
1.primairzij op of omstreeks 22 januari 2016 te Amsterdam en/of te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e) een werkgeversverklaring en/of één of meerdere loonstrookje(s) en/of één of meerdere bankafschrift(en), – zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift echt en onvervalst,
1.subsidiair[naam ] op of omstreeks 22 januari 2016 te Amsterdam en/of te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e) een werkgeversverklaring en/of één of meerdere loonstrookje(s) en/of één of meerdere bankafschrift(en), – zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift echt en onvervalst,
27 oktober 2016 wees uit dat de verdachte vanaf haar bankrekeningnummer met nummer [rekeningnummer 1] in totaal € 12.256,50 aan haar neef heeft overgemaakt en dat hij vanaf rekeningnummer [rekeningnummer 2] in totaal € 2.510,00 heeft overgemaakt aan de verdachte. In de opgevraagde periode werd een geldbedrag van in totaal € 44.178,00 contant gestort op de bankrekening van de verdachte waarbij gebruik werd gemaakt van haar bankpas met volgnummer [volgnummer]. Vanaf haar bankrekening werden veelvuldig internetbetalingen gedaan aan [luchtvaartmaatschappij]. Op 29 maart 2016 werd een geldbedrag van € 15.761,00 op de bankrekening van de verdachte gestort door [naam 3] met de omschrijving: "[omschrijving 1]". Een dag na deze storting werd een geldbedrag van €10.000,00 opgenomen bij een ING-servicepunt in de [plek], met gebruikmaking van de bankpas van de verdachte met volgnummer [volgnummer]. In de periode vanaf maart 2016 tot en met oktober 2016 werd vanaf voornoemde rekening van de verdachte in totaal € 8.379,00 aan huur betaald onder vermelding "[adres 2]". In de periode van 3 mei tot 19 oktober 2016 werd maandelijks € 60,00 afgeschreven vanaf haar bankrekening onder vermelding van "[adres 2]". Op 3 oktober 2016 werd een geldbedrag van € 778,91 afgeschreven op naam van [bv 2] B.V. (kennelijk als betaling voor de alarminstallatie in de woning [adres 2]). Onder vermelding van "[omschrijving 2]" werden in de periode van augustus t/m september 2016 in totaal drie betalingen, voor het gezamenlijke bedrag van € 2.123,93, gedaan voor het leasen van de personenauto met kenteken [kenteken].
1.subsidiair[naam ] omstreeks 22 januari 2016 te Amsterdam opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse werkgeversverklaring en valse loonstrookjes en valse bankafschriften, – zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift echt en onvervalst,
9 januari 2020 en is deze termijn geëindigd met dit arrest op 3 mei 2022, waarmee de redelijke termijn
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
18 (achttien) dagen hechtenis.