ECLI:NL:GHAMS:2022:1315
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling en vaststelling kinderbijdrage in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de omgangsregeling en de kinderbijdrage voor een minderjarige. De vader, verzoeker in het principaal hoger beroep, trok zijn verzoek tot omgang met zijn dochter in, met als doel de minderjarige te ontlasten van de conflicten tussen hem en de moeder. Het hof oordeelde dat er geen gronden waren om de omgang te ontzeggen, ondanks de verzoeken van de moeder om dit te doen. De moeder had in incidenteel hoger beroep verzocht om de omgang van de vader met de minderjarige te ontzeggen, omdat de minderjarige niet meer naar de vader toe wilde. Het hof overwoog dat de minderjarige recht heeft op omgang met beide ouders, en dat de ouders hun gedrag moeten aanpassen om dit mogelijk te maken. De vader werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot omgang, en de bestreden beschikking werd op dat punt vernietigd. Wat betreft de kinderbijdrage, oordeelde het hof dat de vader een bijdrage van € 25,- per maand moet betalen, met ingang van 1 mei 2021. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.