ECLI:NL:GHAMS:2022:1312

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
23-003357-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd in Detentiecentrum Rotterdam, heeft hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zitting op 24 maart 2022 zijn zowel de verdachte als zijn raadsman niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat er door of namens de verdachte geen schriftuur met grieven is ingediend en dat er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Bovendien is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat zou kunnen rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep.

De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters M. Senden, J.J.J. Schols en W.S. Ludwig, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 maart 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003357-21
datum uitspraak: 24 maart 2022
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 december 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-290295-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1994,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Detentiecentrum Rotterdam te Rotterdam.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 maart 2022.
De verdachte en zijn raadsman zijn niet ter terechtzitting verschenen.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu door of namens de verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend, evenmin mondeling bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven en niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Senden, mr. J.J.J. Schols en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 maart 2022.