Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
- [de vader] (hierna: de vader);
- de minderjarige [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagsbeëindiging van een minderjarige, waarbij een bijzondere curator is benoemd. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beslissing van de rechtbank die het gezag van de moeder had beëindigd op grond van artikel 1:266, lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek. De bijzondere curator had in zijn rapport geadviseerd om de beslissing van de rechtbank te bekrachtigen, omdat de huidige situatie voor de minderjarige als veilig en prettig werd ervaren. De vader, die het gezag over de minderjarige heeft, werd als beter in staat geacht om aan te sluiten bij de belevingswereld van de minderjarige dan de moeder. Het hof heeft de eerdere beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond. De ouders zijn al jarenlang in conflict over de opvoeding en verzorging van de minderjarige, wat heeft geleid tot verschillende juridische procedures en uiteindelijk tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige. Het hof concludeert dat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen, en dat het in het belang van de minderjarige is dat de vader het gezag blijft uitoefenen zonder verdere juridische conflicten.