ECLI:NL:GHAMS:2022:1160
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gezagsbeëindiging en belangenafweging in het kader van de bescherming van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar vijf minderjarige kinderen. De moeder had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 4 augustus 2021 aangevochten, waarin haar gezag over de kinderen was beëindigd en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (WSS) als voogd was benoemd. Het hof heeft de belangen van de kinderen bij stabiliteit, bescherming tegen huiselijk geweld en duidelijkheid zwaarder laten wegen dan de belangen van de moeder en het belang van de kinderen bij het opgroeien bij hun moeder. De moeder had eerder het gezag over de kinderen, maar er waren ernstige zorgen over haar opvoedvaardigheden en de veiligheid van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen in het verleden blootgesteld zijn aan huiselijk geweld en dat de moeder niet in staat is gebleken om een veilige en stabiele opvoedomgeving te bieden. De moeder had verzocht om het gezag te herstellen, maar het hof oordeelde dat dit niet in het belang van de kinderen zou zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek van de moeder om voorlopige voorzieningen werd afgewezen, omdat het hof in de hoofdzaak uitspraak deed. De beslissing van het hof is een bevestiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan.