ECLI:NL:GHAMS:2022:1155
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen minderjarige en vader na vertrek pleegmoeder naar het buitenland
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een minderjarige, aangeduid als [minderjarige], en haar vader. De pleegmoeder, die tevens de grootmoeder van het kind is, heeft zonder overleg met de gecertificeerde instelling (GI) het kind naar het buitenland meegenomen. Dit heeft geleid tot een verzoek van de pleegmoeder en de moeder om een andere omgangsregeling vast te stellen dan eerder door de rechtbank was bepaald. Het hof heeft de verzoeken van de pleegmoeder en de moeder afgewezen en de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De rechtbank had eerder bepaald dat de omgang tussen de vader en [minderjarige] onder begeleiding van de GI diende plaats te vinden. Het hof heeft overwogen dat het in het belang van [minderjarige] is om omgang te hebben met haar vader, en dat de pleegmoeder's handelen, door het kind zonder toestemming naar het buitenland te brengen, de belangen van het kind ernstig veronachtzaamd. Het hof heeft benadrukt dat de omgangsregeling zo spoedig mogelijk moet worden hervat zodra [minderjarige] terug is in Nederland. De proceskosten zijn voor iedere partij zelf.