Op 31 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 31 maart 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 3 maart 2021 in Amsterdam een diefstal heeft gepleegd. De verdachte, wiens naam en persoonlijke gegevens in het document zijn weggelaten, werd bijgestaan door een gemachtigd raadsman. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De kwalificatie van het bewezenverklaarde is diefstal, gepleegd op de genoemde datum. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één dag, een taakstraf van veertien uren en zeven dagen hechtenis, waarbij de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 april 2022 en is te vinden op Rechtspraak.nl. Het hof heeft de zaak behandeld in enkelvoudige strafkamer en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier. De beslissing van het hof is een belangrijke stap in de rechtsgang van de verdachte, die nu met de opgelegde straffen geconfronteerd wordt.