Uitspraak
1 en 15 april 2022(zittingslocaties respectievelijk Justitieel Complex te Schiphol en IJdok te Amsterdam).
Gerechtshof Amsterdam
Op 15 april 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam zitting gehouden in de megazaak Pulheim, waarbij de voorzitter de beslissingen op de verzoeken tot verschoning van de raadsheren heeft medegedeeld. De raadsman van verdachte 1 heeft het hof verzocht om de eerdere beslissing van 18 februari 2022 te heroverwegen, waarin het verzoek om de zaak naar een ander gerechtshof te verwijzen was afgewezen. Het hof heeft de motivering van deze eerdere beslissing herhaald en aangegeven dat het verzoek om verwijzing niet wordt ingewilligd.
De raadsman heeft vervolgens vragen geformuleerd over de contacten van de raadsheren met slachtoffer [slachtoffer], met de bedoeling om te onderzoeken of er redenen zijn voor de raadsheren om zich te verschonen. Het hof heeft deze vragen als ongebruikelijk en onnodig bestempeld, maar heeft desondanks besloten om ze te beantwoorden. Het hof benadrukt dat elke raadsheer voorafgaand aan de behandeling van de zaak heeft stilgestaan bij de vraag of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden.
Het hof concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de raadsheren in gevaar brengen. De raadsheren hebben geen frequente of relevante contacten gehad met [slachtoffer], en de suggesties van de verdediging dat dit wel het geval zou zijn, zijn onjuist. Het hof bevestigt dat er geen professionele of privécontacten zijn geweest die de onpartijdigheid van de raadsheren zouden kunnen beïnvloeden. De beslissing om niet te verschonen is daarmee gerechtvaardigd en de behandeling van de zaak kan doorgaan.