ECLI:NL:GHAMS:2022:1098
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep alimentatie en WSNP, verzoek tot wijziging onderhoudsbijdragen afgewezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichtingen van de man ten opzichte van zijn ex-vrouw en hun kinderen. De man had in eerste aanleg verzocht om de onderhoudsbijdragen te wijzigen, omdat hij was toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) op 7 april 2020. Hij stelde dat hij door deze toelating niet langer in staat was om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van zijn ex-vrouw en kinderen. De rechtbank had zijn verzoek afgewezen, waarop de man in hoger beroep ging.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van de man en de verweerders. De man had in het verleden alimentatieverplichtingen niet nagekomen en de vrouw en kinderen verkeerden in een slechte financiële situatie. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende had onderbouwd dat hij niet in staat was om de onderhoudsbijdragen te voldoen, ondanks zijn toelating tot de WSNP. Het hof concludeerde dat er sprake was van een klemmend tekort bij de kinderen, die studiekosten hadden, en dat de vrouw ook niet in haar levensonderhoud kon voorzien zonder de alimentatie.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de man in zijn verzoek afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van onderhoudsplichtigen, zelfs in situaties van schuldsanering, en de noodzaak om de behoeften van de kinderen en de ex-partner in overweging te nemen.