ECLI:NL:GHAMS:2022:1054
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanvulling op eerder arrest inzake kosten van het incident in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2022 een aanvulling gegeven op een eerder arrest van 15 februari 2022. De zaak betreft een hoger beroep waarin de appellant, wonend in Qatar, zich verzet tegen een verzoek van de geïntimeerden, gevestigd in Nederland, om aanvulling van het arrest. De geïntimeerden hebben een incidentele vordering tot zekerheidsstelling ingesteld, waarop het hof eerder had bevolen dat de appellant zekerheid moest stellen. In het eindarrest van 15 februari 2022 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, terwijl de geïntimeerde sub 1 in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep werd veroordeeld. Het hof heeft echter verzuimd te beslissen over de kosten van het incident, wat noodzakelijk is, ongeacht of partijen om een kostenveroordeling hebben verzocht. De incidentele vordering van de geïntimeerden is grotendeels toegewezen, en de appellant is in het ongelijk gesteld. Het hof heeft de kosten van het incident aan de zijde van de geïntimeerden begroot op nihil, omdat de incidentele vordering was ingediend in een gedingstuk dat ook de memorie van antwoord en de memorie van grieven in incidenteel hoger beroep bevatte. Het hof heeft de aanvulling op het arrest vastgesteld en de appellant veroordeeld in de kosten van het incident.