ECLI:NL:GHAMS:2022:1029

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
23-000395-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak heling na partiële HR-terugwijzing t.a.v. dat feit en strafoplegging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, voor verschillende strafbare feiten, waaronder heling. Na een terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden op 16 februari 2021, heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. De verdachte is vrijgesproken van de heling van bepaalde goederen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had verworven of voorhanden had gehad. Het hof heeft daarbij de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging in overweging genomen. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf opgelegd, maar het hof heeft de straf gematigd tot 11 weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf, met daarnaast een taakstraf van 200 uren. Het hof heeft ook rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder een lange periode van abstinentie van drugsgebruik. De beslissing over de schadevergoeding aan benadeelde partijen werd ook behandeld, waarbij de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn vordering, terwijl de vordering van [benadeelde 2] werd toegewezen. Het hof heeft de verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen en de onttrekking aan het verkeer van andere goederen gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000395-21
datum uitspraak: 23 maart 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 16 februari 2021 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 2 mei 2017 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-800479-16 (zaak A) en 15-800009-17 (zaak B) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
adres: [adres].

Procesgang

De rechtbank heeft de verdachte voor het in zaak A, onder 1, 2 primair en 3, en in zaak B, onder 1 subsidiair, 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en onder het stellen van enkele bijzondere voorwaarden. Namens de verdachte is op 8 mei 2017 tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 31 juli 2019 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan en de verdachte voor het in zaak A, onder 1, 2 primair en 3, en in zaak B, onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en onder het stellen van enkele bijzondere voorwaarden. Namens de verdachte is op 1 augustus 2019 tegen dit arrest beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 16 februari 2021 (ECLI:NL:HR:2021:232) het bestreden arrest van 31 juli 2019 vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het in zaak B onder 1 subsidiair tenlastegelegde en de strafoplegging, en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 maart 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover het de bewijsvraag betreft thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen, tenlastegelegd dat
in
zaak B onder 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 28 oktober 2016 tot en met 4 januari 2017 te Krommenie en/of Wormer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of toebehoren (te weten onder meer een Bosch afkortzaag en/of een Bosch schuurstofzuiger en/of een Metabo Zaagtafel en/of een Metabo cirkelzaag en/of een Parkside compressor en/of Dewalt kruislaser en/of een Black & Dekker slijper) en/of sneeuwkettingen
voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit gereedschap wist(en) dan wel had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
en/of hij
in of omstreeks de periode van 28 oktober 2016 tot en met 4 januari 2017, te Krommenie en/of Wormer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een (grote) hoeveelheid gereedschap en/of toebehoren (te weten onder meer een Bosch afkortzaag en/of een Bosch schuurstofzuiger en/of een Metabo Zaagtafel en/of een Metabo cirkelzaag en/of een Parkside compressor en/of een Dewalt kruislaser en/of Black & Dekker slijper) en/of sneeuwkettingen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of (daarvan) gebruik heeft gemaakt en/of van voornoemd(e) voorwerp(en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e) voorwerp(en) was en/of heeft verborgen en/of verhuld wie voornoemd(e) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag, de strafoplegging en het beslag tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Vrijspraak van het in zaak B onder 1 subsidiair tenlastegelegde

Het hof is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen de verdachte onder 1 subsidiair is tenlastegelegd met betrekking tot een Bosch afkortzaag, Bosch schuurstofzuiger, Metabo cirkelzaag, Parkside compressor, Dewalt kruislaser, Black & Dekker slijper en sneeuwkettingen, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken. Nu de advocaat-generaal dit ook heeft gevorderd, terwijl dit eveneens is bepleit door de raadsman, wordt dit oordeel niet nader gemotiveerd.
Anders dan de advocaat-generaal meent, kan ten aanzien van de in de tenlastelegging onder 1 subsidiair genoemde Metabo zaagtafel naar het oordeel van het hof niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte (al dan niet tezamen en in vereniging met een ander) zodanige feitelijke zeggenschap over dit goed heeft gehad had dat sprake was van voorhanden hebben in de zin van artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht. Derhalve dient de verdachte ook ten aanzien van de heling van dat goed te worden vrijgesproken.

Oplegging van straffen

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A, onder 1, 2 primair en 3, in zaak B, onder 1 subsidiair, 2 en 3 subsidiair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder het stellen van enkele bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak A, onder 1, 2 primair en 3, en in zaak B, onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 330 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 254 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De raadsman heeft het hof primair verzocht om oplegging van een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 163 dagen – uitgaande van 77 dagen voorarrest – voorwaardelijk, en subsidiair daarbij de oplegging van een taakstraf van 120 uren. In dat verband heeft hij gewezen op het tijdsverloop en de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke situatie van de verdachte sinds 2017.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een inbraak, een poging daartoe, het aanwezig hebben van GHB en het voorhanden hebben van een tot vuurwapen omgebouwd alarmpistool. Inbraken en pogingen daartoe zijn ergerlijke feiten, die naast schade veel hinder veroorzaken voor de gedupeerden en bij hen, alsmede in de samenleving in den brede gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaken. De verdachte heeft er met zijn handelen blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Door het stelen van voornamelijk gereedschap heeft de verdachte personen getroffen die daarmee op een legale manier hun geld proberen te verdienen. Het gebruik van GHB kan leiden tot ernstige schade voor de gezondheid van personen, met alle ongewenste neveneffecten van dien. Tot slot vormt het ongecontroleerd voorhanden hebben van een omgebouwd alarmpistool, waarmee scherpe munitie kan worden afgevuurd, een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen, simpelweg omdat die wapens kunnen worden gebruikt. Bovendien verstrekt dergelijk wapenbezit de gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Bij die stand van zaken is oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer passend, temeer nu de verdachte blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 februari 2022 eerder meermalen voor vermogensdelicten onherroepelijk is veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof houdt echter in strafmatigende zin rekening met het volgende. Uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep en het voortgangsverslag van Fivoor van 12 juli 2019 komt naar voren dat de verdachte een verleden heeft dat in belangrijke mate wordt gekenmerkt door extensief middelengebruik en daarmee samenhangende criminaliteit. Tijdens zijn detentie in 2016 is hij afgekickt en nadien hebben zich positieve veranderingen in zijn persoonlijke situatie voorgedaan. Zo is hij nu ongeveer vijf en een half jaar abstinent van drugs, is hij bezig zijn schulden af te lossen en heeft hij afstand genomen tot zijn oude milieu. Die positieve lijn vindt weerklank in voornoemd uittreksel, omdat daaruit blijkt dat hij in de afgelopen jaren niet met justitie in aanraking is gekomen. Voorts ziet het hof in het grote tijdsverloop tussen het bewezenverklaarde en het wijzen van dit arrest aanleiding om de straf te matigen. Het hof komt derhalve tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarin enerzijds de ernst van de bewezenverklaarde feiten doorklinkt, maar die er anderzijds niet toe leidt dat de verdachte thans opnieuw gedetineerd raakt. Op die manier wordt de verdachte in de gelegenheid gesteld de positieve ontwikkelingen in zijn leven te bestendingen, hetgeen niet alleen in zijn belang is, maar (met het oog op het voorkomen van recidive) ook in dat van de samenleving. Om de strafdoelen van speciale preventie en vergelding met elkaar in evenwicht te brengen, acht het hof daarnaast aangewezen de verdachte een fikse taakstraf op te leggen. Een voorwaardelijk strafdeel – zoals gevorderd door de advocaat-generaal en verzocht door de raadsman – acht het hof bij voormelde stand van zaken niet langer opportuun; het hof zal daarvoor dus niet kiezen.
Het hof acht, alles afwegende, in beginsel een combinatie van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 11 weken met aftrek van het voorarrest, en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, passend en geboden.
Het hof stelt echter vast dat in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden. Immers, namens de verdachte is op 8 mei 2017 hoger beroep tegen het vonnis van 2 mei 2017 ingesteld, terwijl het hof eerst thans op 23 maart 2022 – bijna vijf jaren later – eindarrest wijst. Hierin wordt aanleiding gezien de verdachte (naast genoemde gevangenisstraf van 11 weken) in plaats van een taakstraf van 240 uren, een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, op te leggen.

Beslag

De hierna (onder I) te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe. Zij zijn tot het begaan van het in zaak A bewezenverklaarde bestemd. Zij zullen daarom worden verbeurdverklaard.
De hierna (onder II) te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte in zaak A begane feiten aangetroffen. Zij behoren aan de verdachte toe en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met (de wet en) het algemeen belang.
Van de hierna (onder III tot en met VII) te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zal de teruggave aan dan wel de bewaring ten behoeve van de rechthebbende worden gelast.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in eerste aanleg ter zake van het in zaak B onder 1 tenlastegelegde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 12.000 aan materiële schade. De benadeelde partij is in de vordering bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in zaak B onder 1 subsidiair tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Nu de verdachte aldus in deze procedure niet kan worden beschouwd als de in het ongelijk gestelde partij als bedoeld in artikel 237, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan hij niet worden veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij. Het hof zal daarom bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van [benadeelde 2]

Indien door de Hoge Raad een bestreden uitspraak ‘wat betreft de strafoplegging’ wordt vernietigd, geldt in beginsel dat in deze vernietiging zijn begrepen alle in de bestreden uitspraak genomen beslissingen als bedoeld in artikel 351 Sv met betrekking tot de oplegging van een straf en/of maatregel. Van de beslissing omtrent een vordering van de benadeelde partij moet in dit verband worden onderscheiden de beslissing ter zake van het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. De oplegging van de schadevergoedingsmaatregel is namelijk wel begrepen in de vernietiging ‘wat betreft de strafoplegging’, tenzij anders wordt vermeld in de uitspraak van de Hoge Raad.
Bij arrest van 31 juli 2019 is de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toegewezen tot een bedrag van € 1.399,75. Deze beslissing valt gelet op het voorgaande buiten het bestek van de terugwijzingsopdracht van de Hoge Raad. Bij datzelfde arrest is door het hof ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 2] een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Gezien het bovenstaande bestaat er aanleiding om ten behoeve van die benadeelde partij thans opnieuw een schadevergoedingsmaatregel op te leggen, wel op de hierna te noemen wijze, zulks om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800009-17 onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-800479-16 onder 1, 2 primair en 3 en in de zaak met parketnummer 15-800009-17 onder 2 bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-800479-16 onder 1, 2 primair en 3 en in de zaak met parketnummer 15-800009-17 onder 2 bewezenverklaarde tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (I):
1.00 STK Betonschaar
679227
1.00 STK Waterpomptang
679230
1.00 STK Gereedschap
679233 klein breekijzer
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (II):
1.00 GR Wikkel
702476
1.00 STK Patroon
702488
49. 1.00 STK Wapen Kl: zwart
EKOL VOLGA
708153
8.00 STK Patroon
702550, + patroonhouder
1.00 STK Verdovende Middelen
702551
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde 2] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (III):
1.00 STK Decoupeerzaag
MAKITA Ls0714fl 702483
1.00 STK Gereedschapskoffer Kl: groen
MAKITA
702496, met installatie materiaal
1.00 STK Freesmachine Kl: zwart
FESTO of 2000e 4868977
702500
1.00 STK Schuurmachine Kl: zwart
FESTOOL bs105 E-pf 570209
702503 in een witte festool koffer
1.00 STK Koffer Kl: groen
MAKITA
702504 inh: scharnieren en beslag
1.00 STK Gereedschap
UPONOR up 75 777036069UNCY
702511, een accu pressmachine met toebehorende
15.00 STK Gereedschap
702509, 15 delig set
1.00 STK Schuurmachine
FESTOOL Dx93E 023579/2003
702519
1.00 STK Decoupeerzaag
FESTOOL Ps420Ebq 400378852
702525
1.00 STK Decoupeerzaak Kl: groen
BOSCH pcm75 sn311001606
702487
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde 1] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (IV):
1.00 STK Cirkelzaak Kl: groen
METABO Kse55 plus
702489
2.00 STK Sneeuwketting
702491 in een bl. tas merk: mac allister
1.00 STK Nietmachine Kl: blauw
FN50 702493 een luchtdruknietmachine
1.00 STK Cirkelzaag Kl: groen
METABO Ts-254 3047810930
702499 incl. talel
1.00 STK Gereedschapskist Kl: groen
MAKITA
702502 met vakken met div. maten en schroeven
1.00 STK Slijpmachine Kl: rood
BLACK&DECKER Kg1200 200836JL
702506
1.00 STK Gereedschapskoffer Kl: grijs
CURVER
702510, inh: knelkoppelingen en overige
1.00 STK Schuurmachine Kl: groen
BOSCH VENTARO 5115610
702516
1.00 STK Gereedschap Kl: geel
DEWALT Dw087 032466
702512 laserafstandmeter zit in een koffer
1.00 STK Koffer Kl: zwart
702514 inh: ramen zet gereedschap
1.00 STK Cirkelzaag Kl: zwart
WORX Wx427 201411002687
702522
1.00 STK Compressor
PARKSIDE Pkzl80b2 085958
702532
Gelast de
teruggaveaan H. Keuning van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (V):
1.00 STK Pomp
SEAFARER 4
702485 betreft een oliepomp
1.00 STK Zwaailamp
702490, aqual singal navigation light
1.00 STK Kompas
RIVIERA
702507
1.00 STK Kompas
SESTREL MOORE
702513
1.00 STK Acculader Kl: zwart
MOTO STAR motorbike battery charger
702518
1.00 STK Haspel Kl: zwart
MENNEKES 33 mtr
702524
1.00 STK Schroevendraaier Kl: grijs
TOP CRAFT een set
702534
1.00 STK Verrekijker Kl: zwart
FIELD 7. 1 75504
702539
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten (VI):
1.00 STK Telefoontoestel Kl: zwart
IPHONE
702546 met een groen laadsnoer
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten (VII):
1.00 DS Gereedschap Kl: groen
702492, doosje met bitjes
1.00 STK Monitor
FTVSF 12373 faytel metal stand
702494
1.00 STK Slijpmachine
BOSCH 607003466
702501
1.00 STK Koffer
STANLEY
702517, inh. een worx zaag
1.00 STK Boormachine Kl: zwart
IKEA FIXA 22204/1624
702521
1.00 STK Accu
BANNER shd61040
702523
1.00 STK Koffer Kl: zwart
CURVER
702526 inh. rode afsluitklemmen
1.00 STK Accu
BOSCH
702527
1.00 STK Decoupeerzaag Kl: grijs
ROCKWELL rd3753kl 201122301030
702528
1.00 STK Schiethamer
PARKSIDE pdt40d3 062943
702535
1.00 STK Geluidsapparatuur Kl: zwart
ICOM ic-m401e 0602448
702529 betreft een Marifoon
1.00 STK Gereedschap Kl: grijs
KRAFTWELLE germa
702531: div. schr. draaiers, tangen, dopsleutels
1.00 STK Verlengsnoer Kl: zwart
702533
1.00 STK Gereedschap Kl: blauw
V.E.P.I. 093901100186
702536
2.00 STK Gereedschap
MEISTER DURO
702537, set van 2 boorkronen
1.00 STK Accu Kl: zwart
MAKITA
702538 + klauke lg4f acculader
1.00 STK Snoer Kl: zwart
702541, tas met kabels en een looplamp
1.00 STK Verpakkingsmateriaal
70254
1.00 STK Sporttas Kl: zwart/bl.
LEONARDO
702544
1.00 STK Diverse Kl: zwart
TS-236 540/765
702545, betreft een auto polischer
1.00 STK Tas Kl: bruin
LOUIS VUITTON
702540 inh. een doppenset
56. Geld Euro 139,75
2x50 1x20 1x101x5 +4,75 muntgeld
1.00 STK Gereedschap
702548, dopsleutel, schroef, bitje, torkschroevendraaier
1.00 STK Slot
cilinder
702549
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2], ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-800479-16 onder 2 primair, 2 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.399,75 (duizend driehonderdnegenennegentig euro en vijfenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader aan deze of de bij arrest van 31 juli 2019 ten behoeve van [benadeelde 2] opgelegde betalingsverplichting hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 11 november 2016.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. J.J.I. de Jong en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 maart 2022.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]