ECLI:NL:GHAMS:2022:1010
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voornaamswijziging van een minderjarige en de bevoegdheid van de ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot voornaamswijziging van een minderjarige. De vader had een verzoekschrift ingediend voor de wijziging van de voornaam van de minderjarige, maar dit verzoek bleek niet op eenstemmig verzoek van beide ouders te zijn ingediend. De moeder, die ook gezag heeft over de minderjarige, was niet op de hoogte van het verzoek en steunde dit niet. Het hof oordeelde dat de vader niet bevoegd was om dit verzoek alleen in te dienen, aangezien er bezwaren van de moeder waren en de vader geen vervangende toestemming had gevraagd. Het hof verklaarde de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek en vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank die het verzoek had toegewezen. De moeder had ook verzocht om een latere vermelding aan de akte van de burgerlijke stand toe te voegen, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er geen belang bij was. De uitspraak benadrukt het belang van gezamenlijke instemming van ouders bij dergelijke verzoeken en de noodzaak van vervangende toestemming indien er bezwaren zijn.