Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
feitelijkeverblijfplaats van erflater Nederland is geweest. Uit de stellingen van partijen, zoals deze met name tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep naar voren zijn gekomen, komt echter duidelijk naar voren dat het helemaal niet de bedoeling van erflater is geweest om in 2012 weer in Nederland te komen wonen. Erflater wilde in Spanje blijven, in zijn eigen appartement en met hulp aan huis. Erflater was vanwege zijn dementie echter niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen. Aangezien hij in Spanje niet naar een verpleeghuis wilde, is erflater uiteindelijk in november 2012 door [verzoekster] in Spanje opgehaald en naar Nederland gebracht, waar hij wegens zijn dementie gedwongen opgenomen is in een verpleeghuis en waar hij tot zijn overlijden in mei 2014 heeft gewoond. Erflater heeft zich echter met hand en tand verzet tegen deze gedwongen opname; hij vond dat hij ontvoerd was en hij stelde hoger beroep in tegen zijn ondercuratelestelling. Onder die omstandigheden kan naar het oordeel van het hof niet worden volgehouden dat het centrum van erflaters leven ten tijde van zijn overlijden zich in Nederland bevond.
6.De beslissing
mr. J. Jonkers, in tegenwoordigheid van mr. A. Paats als griffier en is op 5 april 2022in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.