Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- i) de bewijsvoering aanvult met onderstaande bewijsoverweging;
- ii) aandacht zal besteden aan een in hoger beroep gedaan, voorwaardelijk verzoek van de verdediging.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 november 2019. De verdachte, geboren in Ethiopië in 1966, was in eerste aanleg veroordeeld voor het rijden door rood licht, wat leidde tot een verkeersincident. De raadsman van de verdachte voerde in hoger beroep aan dat niet zonder meer kon worden vastgesteld dat de verdachte de overtreding had begaan. Hij verwees naar een verstoring in de faselogs die zou duiden op het ongeval, maar het hof verwierp dit argument. Het hof oordeelde dat de bewijsvoering van de rechtbank voldoende was en dat de raadsman de bevindingen van de verbalisant niet had weerlegd. De raadsman had ook een voorwaardelijk verzoek gedaan om de verbalisant als getuige te horen, maar het hof oordeelde dat er geen reden was om aan de juistheid van het proces-verbaal te twijfelen. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis van de rechtbank, zonder aanleiding te zien voor andere of lagere straffen dan eerder opgelegd.