In deze zaak hebben klagers, [klager 1] en [klager 2], een klacht ingediend tegen notaris [notaris] over de wijze waarop hij de leveringsakte van bedrijfsunit 13 D heeft gepasseerd. De klacht betreft onder andere het onvoldoende onderzoek naar de rechtstoestand van het registergoed en het niet voldoen aan de zorgplichten die de notaris heeft. Klagers stellen dat de notaris de akte heeft gepasseerd zonder de juiste informatie te hebben over de eigendomsverhoudingen, wat heeft geleid tot een geschil tussen klagers en de koper [A]. De kamer voor het notariaat heeft op 23 maart 2021 de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, maar geen maatregel opgelegd. Klagers hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft het hof vastgesteld dat de notaris inderdaad onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de rechtstoestand van het registergoed en de bedoeling van partijen. Dit gebrek aan zorgvuldigheid heeft geleid tot een dispuut dat nu voor de civiele rechter ligt. Het hof heeft de klachtonderdelen 1, 2, 3, 4 en 6 gegrond verklaard en klachtonderdeel 5 ongegrond. De notaris is berispt en moet de kosten van klagers in hoger beroep vergoeden, evenals de kosten van de behandeling van de klacht. Het hof heeft de notaris gewaarschuwd en hem aangespoord om zijn werkwijze aan te passen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.