ECLI:NL:GHAMS:2021:86
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake hennepteelt
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1988, was in eerste aanleg veroordeeld voor een feit dat verband hield met de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een gewijzigde bewijsoverweging. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als in eerste aanleg was opgelegd. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 26 mei 2020 en 6 januari 2021 heeft de raadsvrouw van de verdachte vrijspraak bepleit, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de criminele intentie van de verdachte. De verdediging voerde aan dat de verbalisanten in hun proces-verbaal niet duidelijk maakten wat zij precies hadden waargenomen en dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de inhoud van de dozen die in de auto waren aangetroffen. Het hof oordeelde echter dat er wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het tenlastegelegde feit. De verdachte had wisselende verklaringen afgelegd over de inhoud van de auto en de herkomst van de goederen. Het hof concludeerde dat de aangetroffen spullen bedoeld waren ter voorbereiding of vergemakkelijking van hennepteelt, en dat de verdachte hiervan op de hoogte was. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de gewijzigde bewijsoverweging.