ECLI:NL:GHAMS:2021:785

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 februari 2021
Publicatiedatum
18 maart 2021
Zaaknummer
200.275.308/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, wordt de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 14.000, exclusief omzetbelasting. De zaak betreft een verzoek van [A] tegen verschillende vennootschappen, waaronder Socius Wonen B.V. en andere dochtervennootschappen. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Socius Wonen B.V. en haar dochtervennootschappen. Dit onderzoek werd uitgevoerd door een aangewezen onderzoeker, die zijn verslag en specificatie van uren aan de Ondernemingskamer heeft overlegd. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen het onderzoeksbudget vastgesteld en de betrokken partijen in de gelegenheid gesteld om hun bezwaren tegen de vergoeding kenbaar te maken. Aangezien er geen bezwaren zijn ontvangen en het verzoek niet onredelijk wordt geacht, heeft de Ondernemingskamer de vergoeding vastgesteld op het door de onderzoeker verzochte bedrag. De beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier en openbaar uitgesproken op 26 februari 2021.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.275.308/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 26 februari 2021
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaat: voorheen
mr. E.A. de Waart, kantoorhoudende te Almere, thans
mr. R. Bagasrawalla, kantoorhoudende te Nieuwegein,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCIUS WONEN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TIJDELIJK WONEN AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TW DE SAFFIER B.V.,
gevestigd te Utrecht,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TW DE RAVEL B.V.,
gevestigd te Utrecht,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TW COMPUTECHNION B.V.,
gevestigd te Utrecht,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCIUS RIEKERHAVEN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCIUS PLAN EINSTEIN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLACETOBE B.V.,
gevestigd te Utrecht,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCIUS DE AARDBEI B.V.,
gevestigd te Utrecht,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCIUS NANO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE LINDE WONEN B.V.,
gevestigd te Utrecht,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUIVENDAEL BEHEER B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
2.
[C],
wonende te [....] ,
3.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
e n t e g e n
4. de rechtspersoon naar Bulgaars recht
EOS REAL ESTATE Ltd.,
gevestigd te Sofia, Bulgarije,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen
mr. E.A. de Waart, kantoorhoudende te Almere, thans
mr. R. Bagasrawalla, kantoorhoudende te Nieuwegein.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 28 mei 2020, 29 mei 2020, 17 augustus 2020 en 18 februari 2021.
1.2
Bij beschikking van 28 mei 2020 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Socius Wonen B.V. en haar dochtervennootschappen met uitzondering van Duivendael Beheer B.V. over de periode vanaf 1 januari 2018 en een nader aan te wijzen persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding heeft de Ondernemingskamer een nader aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van Socius en heeft zij bepaald dat de aandelen in Socius met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan partijen bekend te maken beheerder van aandelen.
1.3
Bij beschikking van 29 mei 2020 heeft de Ondernemingskamer mr. O.B.J. Poorthuis als bestuurder, mr. P.J. Colijn als beheerder en drs. E.A. Marseille RA als onderzoeker aangewezen.
1.4
Bij beschikking van 17 augustus 2020 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 14.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij e-mail van 12 februari 2021 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.2 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.6
Bij e-mail van 15 februari 2021 heeft de onderzoeker met het oog op de vaststelling van haar vergoeding een specificatie van de aan het onderzoek bestede uren aan de Ondernemingskamer gezonden. Deze specificatie sluit op een bedrag van € 14.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. De onderzoeker heeft laten weten genoegen te nemen met vaststelling van de vergoeding op € 14.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.7
Bij de beschikking van 18 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Socius Wonen B.V. en haar dochtervennootschappen met uitzondering van Duivendael Beheer B.V. ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden en zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.8
Bij e-mail van 22 februari 2021 heeft mr. Poorthuis aan de Ondernemingskamer laten weten geen bezwaar te hebben tegen het bedrag dat door de onderzoeker in rekening is gebracht.
1.9
Bij e-mail van 26 februari 2021 heeft mr. Van Dijk namens [B] en [C] aan de Ondernemingskamer laten weten geen bezwaar te hebben tegen het bedrag dat door de onderzoeker in rekening is gebracht
1.1
Van de andere partijen heeft de Ondernemingskamer geen reactie ontvangen.

2.De gronden van de beslissing

Nu de door de onderzoeker verzochte vergoeding van € 14.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, het onderzoeksbudget niet overschrijdt, tegen het verzoek geen bezwaren zijn ontvangen en het verzoek de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal zij de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW vaststellen op het bedrag van € 14.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 14.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. mr. dr. F. van der Wel RA en drs. J.S.T. Tiemstra RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 26 februari 2021.