Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
due diligence-onderzoek en het te goeder trouw onderhandelen omtrent de nog ontbrekende elementen van de nagestreefde koopovereenkomst;
due diligence-onderzoek en het te goeder trouw onderhandelen omtrent de nog ontbrekende elementen van de nagestreefde koopovereenkomst;
due diligence-onderzoek als bedoeld in art. 12 van de intentieverklaring heeft tot op heden niet plaatsgehad.
due diligence-onderzoek zou confirmeren aan haar lijstje met onderwerpen en aan de daarop vermelde indeling “staat vast” en “ter bespreking”, is onvoldoende voor een ander oordeel. Ook het tijdsverloop sinds het vonnis van 21 augustus 2019 is geen reden om te oordelen dat [X BV] zich thans niet meer (nader) hoeft in te spannen om aan het vonnis te voldoen.
due diligence-onderzoek zonder voorwaarden vooraf. Met dat doel zal het hof een dwangsom verbinden aan de bij het vonnis van 21 augustus 2019 uitgesproken veroordeling, voor zover [X BV] veroordeeld is “tot het in staat stellen van Gapph tot het uitvoeren van het overeengekomen
due diligence-onderzoek”.
due diligence-onderzoek van mening blijft dat [X BV] deze verplichting niet naleeft, kan zij [X BV] opnieuw in kort geding dagvaarden. Dan zal een beoordeling dienen plaats te vinden met inachtneming van alle omstandigheden van het geval zoals die dan zullen zijn.
4.Beslissing
due diligence-onderzoek”, tot betaling van een dwangsom van € 2.000,- per dag, ingaande twee weken na de dag van betekening van dit arrest, met een maximum van € 300.000,-;