ECLI:NL:GHAMS:2021:7

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2021
Publicatiedatum
5 januari 2021
Zaaknummer
200.172.612/03 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot mededelingen uit onderzoeksverslag in uittredingsprocedure

Op 4 januari 2021 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Spala Investments N.V. en anderen tegen Heritage B B.V. en anderen. De zaak betreft een verzoek van Spala Investments N.V. en haar aandeelhouders om machtiging te verkrijgen om mededelingen te doen uit een onderzoeksverslag dat eerder was opgesteld naar het beleid en de gang van zaken van Heritage B B.V. (voorheen Teka B.V.). Dit verzoek is gedaan in het kader van een uittredingsprocedure die aanhangig was bij de rechtbank Amsterdam. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen, waaronder die van 2 en 8 december 2015, een onderzoek bevolen naar de gang van zaken binnen Teka en heeft mr. M. Holtzer als onderzoeker benoemd. Het onderzoeksverslag is ter griffie neergelegd en is toegankelijk voor belanghebbenden. De voorzitter van de Ondernemingskamer heeft overwogen dat het belang van Spala Investments N.V. bij het verkrijgen van de machtiging opweegt tegen het belang van Teka bij vertrouwelijkheid van het verslag, vooral omdat alle betrokken partijen reeds toegang hebben tot het verslag. De voorzitter heeft daarom besloten om de machtiging te verlenen, zodat Spala Investments N.V. en de andere verzoeksters in de uittredingsprocedure mededelingen kunnen doen uit het onderzoeksverslag en daaruit kunnen citeren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.172.612/03 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 januari 2021
inzake
1. de rechtspersoon naar het recht van Curaçao
SPALA INVESTMENTS N.V.,
gevestigd te Curaçao,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
D.J.F.F.M. Duynsteeen
mr. C.C.M. de Smet, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HERITAGE B B.V. (voorheen genaamd TEKA B.V.),
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J.W. de Groot, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[C] ,

wonende te [....] ,

2.[D] ,

wonende te [....] ,
3.
[E],
wonende te [....] ,
4.
[F],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. A.R.J. Croiset van Uchelenen
mr. S. Alan, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
5. de rechtspersoon naar het recht van Zwitserland
EHAG A.G.,
gevestigd te Appenzell, Zwitserland,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: voorheen
mr. A.C. Siemonsen
mr. P.J. Bos, beiden kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen.
1.
Het verloop van het geding
1.1
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters tezamen met Spala c.s.;
  • verweerster met Teka;
  • belanghebbenden 1 tot en met 4 tezamen met [G] ;
  • belanghebbende 5 met EHAG.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de voorzitter van de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van de Ondernemingskamer van 3 augustus 2015, 2 en 8 december 2015, 15 februari 2016, 11 mei 2016, 23 september 2016, 24 oktober 2016 en 21 november 2016, alle in de zaak met nummer 200.172.612, en naar de beschikking van de Ondernemingskamer van 4 oktober 2017 in de zaak met nummer 200.206.277.
1.3
Bij de beschikkingen van 2 en 8 december 2015 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Teka over de periode vanaf 1 juli 2012 en mr. M. Holtzer benoemd als onderzoeker.
1.4
Bij brief van 20 oktober 2016 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.3 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.5
Bij de beschikking van 24 oktober 2016 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het onderzoeksverslag met bijlagen, dat is neergelegd ter griffie van de Ondernemingskamer, aldaar ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.6
In de tweedefaseprocedure die is aangevangen met een verzoekschrift van Spala c.s. van 23 december 2016 en waarin EHAG een zelfstandig verzoek heeft gedaan, heeft de Ondernemingskamer op 4 oktober 2017 een beschikking gegeven. De verzoeken zijn daarbij afgewezen.
1.7
Spala c.s. hebben bij op 8 december 2020 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht hen te machtigen om mededelingen te doen uit het onderzoeksverslag en om dit te mogen overleggen in de uittredingsprocedure bij de rechtbank Amsterdam tussen Spala c.s. enerzijds en Teka en [G] anderzijds.
1.8
Geen van partijen heeft gebruik gemaakt van de door de voorzitter van de Ondernemingskamer geboden gelegenheid zich over het verzoek van Spala c.s. uit te laten.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Artikel 2:353 lid 3 BW bepaalt dat het aan anderen dan de rechtspersoon verboden is mededelingen aan derden te doen uit het onderzoeksverslag, tenzij zij daartoe op hun verzoek door de voorzitter van de Ondernemingskamer zijn gemachtigd.
2.2
Spala c.s., aandeelhouders in Teka, hebben hun in 1.7 genoemde machtigingsverzoek gedaan met het oog op een door hen bij dagvaarding van 8 december 2020 tegen Teka en [G] , eveneens aandeelhouders in Teka, in gang gezette uittredingsprocedure in de zin van artikel 2:343 BW bij de rechtbank Amsterdam. Spala c.s. willen het onderzoeksverslag in die procedure kunnen inbrengen en in dat kader daaruit mededelingen kunnen doen. Zij stellen een voldoende zwaarwegend belang daarbij te hebben, nu aan hun vordering gebeurtenissen, althans gedragingen van [G] ten grondslag liggen die zich in de onderzoeksperiode hebben voorgedaan en in het onderzoeksverslag aan de orde zijn gekomen. Alle bij de uittredingsvordering betrokken partijen beschikken reeds uit hoofde van de enquêteprocedure over het onderzoeksverslag, aldus Spala c.s.
2.3
De voorzitter van de Ondernemingskamer overweegt als volgt. Het komt bij een machtigingsverzoek als het onderhavige erop aan of het belang van verzoeksters bij het kunnen doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag opweegt tegen het door artikel 2:353 lid 3 BW beschermde belang van de vennootschap bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag. Het belang van Spala c.s. bij het verkrijgen van de machtiging is gelegen in het onderbouwen van hun standpunt in de uittredingsprocedure. Met betrekking tot het daartegen af te wegen belang van Teka bij vertrouwelijkheid is van belang dat de door Spala c.s. genoemde partijen in de uittredingsprocedure dezelfde zijn als de partijen in de enquêteprocedure – EHAG is volgens Spala c.s. ontbonden. Alle beschikken zij reeds over het onderzoeksverslag. Hierdoor komt aan het belang van Teka bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag minder gewicht toe dan aan het belang van Spala c.s. bij toewijzing van hun machtigingsverzoek. Teka noch [G] heeft, na daartoe door de Ondernemingskamer in de gelegenheid te zijn gesteld, bezwaar gemaakt tegen het machtigingsverzoek. De voorzitter van de Ondernemingskamer zal de verzochte machtiging verlenen op de hierna te vermelden wijze.

3.De beslissing

De voorzitter van de Ondernemingskamer:
machtigt Spala Investments N.V., [A] en [B] om in de uittredingsprocedure bij de rechtbank Amsterdam tussen Spala Investments N.V., [A] en [B] , Heritage B B.V. (voorheen genaamd Teka B.V.) en leden van [G] mededelingen te doen uit het verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Heritage B B.V. (voorheen genaamd Teka B.V.), neergelegd ter griffie van de Ondernemingskamer op 24 oktober 2016, en in die procedure daaruit te citeren;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2021.