Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
2. De bevalling op 9 [datum] had beter moeten worden voorbereid.
3. Op [datum] had gekozen moeten worden voor een keizersnede.
4. De schouderdystocie is niet zorgvuldig behandeld.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een deurwaarderskantoor voor het niet tijdig uitbrengen van een dagvaarding in hoger beroep. Appellant, die schade claimt, stelt dat het deurwaarderskantoor niet op tijd de dagvaarding heeft betekend, waardoor hij zijn vorderingen in hoger beroep niet kon indienen. Het hof onderzoekt of appellant daadwerkelijk schade heeft geleden door deze nalatigheid en of hij voldoende gegevens heeft verstrekt om zijn claims te onderbouwen. Het hof verwijst naar de jurisprudentie over de beroepsaansprakelijkheid van advocaten, met name het Baijings-arrest, dat stelt dat het aan de appellant is om aan te tonen hoe de appelrechter had moeten beslissen als het hoger beroep tijdig was ingesteld. Appellant heeft nagelaten om de gronden te specificeren waarop hij het eerdere vonnis zou hebben bestreden. Het hof concludeert dat de vordering van appellant niet kan worden toegewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat het deurwaarderskantoor een beroepsfout heeft gemaakt die tot schade heeft geleid. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de kosten van het geding in hoger beroep toe aan het deurwaarderskantoor.