Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 4 juli 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en had zich opnieuw schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarvan drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken geëist, terwijl de raadsvrouw een geheel voorwaardelijke straf of een taakstraf had verzocht.
Het hof heeft de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn langdurige verslaving aan cocaïne en de positieve ontwikkelingen in zijn leven, zoals zijn opname in een ontwenningskliniek en de stabilisatie van zijn leefsituatie. Ondanks de ernst van de feiten en het recidivepatroon, heeft het hof besloten de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk op te leggen. Dit om de verdachte te stimuleren op het goede pad te blijven en om te voorkomen dat hij opnieuw gedetineerd zou raken, wat zijn positieve ontwikkelingen zou kunnen doorkruisen. De op te leggen straf is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis waarvan beroep te vernietigen ten aanzien van de gevangenisstraf, maar het vonnis voor de rest te bevestigen.