De man voert verweer en betoogt dat de algemene regel, zoals neergelegd in artikel 6:124 BW de hoofdregel is, in die zin dat bij de bepaling van de hoogte van de verschuldigde geldsom aangeknoopt moet worden bij de koers geldend op de dag van betaling. De door de vrouw gestelde hyperinflatie in Syrië vormt geen aanleiding om af te wijken van deze hoofdregel.
Ter zitting in hoger beroep heeft de man gesteld dat hij ten tijde van het huwelijk een bedrag van 500.000 Syrische lira’s, gelijk aan ongeveer € 6.000,- aan zijn zus heeft gegeven om dat geldbedrag veilig te stellen. Dat bedrag is er nog, maar heeft zijn waarde verloren. De man zou onredelijk benadeeld worden als hij nu datzelfde bedrag weer zou moeten betalen.
Indien wel Syrisch recht van toepassing is op de vordering zou om de koopkracht te bepalen, moeten worden berekend wat de jaarlijkse inflatiecijfers zijn geweest in Syrië vanaf het moment van huwelijkssluiting, aangezien het verschil in wisselkoers tussen het moment van huwelijkssluiting en de wisselkoers op de dag van betaling niet in kaart brengt wat de koopkracht van 500.000 Syrische lira destijds was en welke deze thans vertegenwoordigt.
De bruidsgave heeft gezien de symbolische betekenis ervan geen vaste vorm of waarde. De stelling van de vrouw dat juist vanwege deze betekenis de bruidsgave een omvangrijke waarde vertegenwoordigt, is onjuist. In artikel 54 lid 1 WPS is bepaald dat er geen limiet is gesteld aan de minimale en maximale bruidsgave. Met name speelt bij het bepalen van de hoogte van de bruidsgave de financiële situatie (klasse), milieu en status van de man een rol.
Het door de vrouw aangehaalde artikel 57 WPS is niet van toepassing, aangezien er geen sprake is van enige toename, afname of ontlasting van de bruidsgave. In dit artikel wordt namelijk bedoeld dat elke wijziging in de overeenkomst (huwelijksakte), door tussenkomst van de rechter dient te geschieden.
Voorts betoogt de man dat het een keuze van de vrouw is geweest om haar vordering in Nederland en in Nederlandse valuta op te eisen. Het is niet redelijk dat zij meelift op de wisselkoers omdat haar dat beter uitkomt.
De bedoeling en intenties van partijen ten tijde van de ondertekening van de huwelijksakte waren gebaseerd op de situatie dat partijen na een eventuele scheiding in Syrië zouden blijven wonen. Er is geen rekening gehouden met de situatie dat er een oorlog zou uitbreken in Syrië en dat partijen in Nederland zouden komen te wonen. Partijen hebben thans een leven in Nederland opgebouwd, waarin zowel de man, maar met name de vrouw voldoende financieel onafhankelijk zijn, dan wel kunnen worden. Het recht van de vrouw wordt niet geschaad, wanneer voor de bepaling van de waarde van de bruidsgave wordt aangeknoopt bij de wisselkoers op de dag van betaling, nu de vrouw in Nederland woont en voldoende bestaanszekerheid heeft. Het beroep op de redelijkheid en billijkheid kan om bovengenoemde reden dan ook niet slagen.
De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat de tegenwaarde van de bruidsgave dient te worden bepaald volgens de koers van de dag van de betaling, aldus de man.