ECLI:NL:GHAMS:2021:568
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervolg op uitspraak inzake partneralimentatie na echtscheiding
In deze zaak, die door het Gerechtshof Amsterdam op 23 februari 2021 is behandeld, gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, had eerder een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2018 ontvangen, waarin werd bepaald dat hij € 700,- per maand aan de vrouw, verweerster in hoger beroep, moest betalen als partneralimentatie. De man heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen, terwijl de vrouw verzocht om bekrachtiging van de beschikking.
Het hof heeft vastgesteld dat de echtscheiding op 13 mei 2019 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De man heeft aangevoerd dat hij geen draagkracht heeft om de partneralimentatie te betalen, en het hof heeft dit argument onderzocht. De man ontving een WIA-uitkering en een pensioen, maar had ook verschillende uitgaven, waaronder huur en aflossingen op schulden. Het hof concludeert dat de man, gezien zijn financiële situatie, geen draagkracht heeft voor het betalen van partneralimentatie aan de vrouw.
Daarom heeft het hof de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vrouw tot het vaststellen van partneralimentatie afgewezen. De beslissing houdt rekening met de reeds betaalde alimentatie en de financiële situatie van de vrouw, die slechts inkomsten tot het bijstandsniveau heeft. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2021.