Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 2 juli 2017 te Amsterdam als bestuurder van een motorrijtuig, een bestelauto, merk Peugeot, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 265 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden;
hij op of omstreeks 2 juli 2017 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig (een bestelbus, merk Peugeot), daarmee rijdende op de weg, de Overtoom, komende uit de richting van de Nassaukade en gaande in de richting van het Surinameplein heeft gereden met een gelet op de situatie en/of omstandigheden ter plaatse te hoge snelheid en/of (vervolgens) het door hem bestuurde voertuig niet tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij (met hoge snelheid) tegen een zich voor hem, verdachte, langzaam rijdende dan wel stilstaande auto (merk Citroën C4) gereden en/of gebotst waardoor althans mede waardoor deze laatst genoemd voertuig (Citroën C4) tegen een zich voor die auto (Citroën C4) bevindende personenauto (Opel Astra) is gebotst waardoor althans mede waardoor deze laatst genoemd voertuig (Opel Astra) weer tegen een zich voor die auto (Opel Astra) bevindende personenauto (Volkswagen) is gebotst, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 2 juli 2017 te Amsterdam als bestuurder van een motorrijtuig, een bestelauto, merk Peugeot, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 265 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden;
hij op 2 juli 2017 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig (een bestelbus, merk Peugeot), daarmee rijdende op de weg, de Overtoom, komende uit de richting van de Nassaukade en gaande in de richting van het Surinameplein heeft gereden met een gelet op de situatie en omstandigheden ter plaatse te hoge snelheid en het door hem bestuurde voertuig niet tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij tegen een zich voor hem, verdachte, langzaam rijdende auto (merk Citroën C4) gereden waardoor dit laatst genoemde voertuig (Citroën C4) tegen een zich voor die auto (Citroën C4) bevindende personenauto (Opel Astra) is gebotst waardoor dit laatst genoemde voertuig (Opel Astra) weer tegen een zich voor die auto (Opel Astra) bevindende personenauto (Volkswagen) is gebotst, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 1.130,44 (duizend honderddertig euro en vierenveertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.