In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 december 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1987, was eerder veroordeeld voor mishandeling en vernieling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter grotendeels bevestigd, maar heeft de opgelegde taakstraf, de beslissing op de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel vernietigd. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het binnendringen van de woning van het slachtoffer en haar mishandeld door haar te stompen, te krabben en haar bij de keel te grijpen. Daarnaast had hij de telefoon van het slachtoffer vernield door deze van haar balkon te gooien. Het hof heeft de straf bepaald op 90 uur taakstraf, te vervangen door 45 dagen hechtenis indien niet naar behoren verricht. De vordering van de benadeelde partij, die materiële en immateriële schade claimde, is gedeeltelijk toegewezen. De totale schadevergoeding is vastgesteld op € 930,00, bestaande uit € 430,00 voor materiële schade en € 500,00 voor immateriële schade. Het hof heeft de verplichting tot schadevergoeding opgelegd aan de verdachte, met wettelijke rente vanaf de aanvangsdatum van de schadevergoeding.