Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven I tot en met IV(in principaal appel) van [appellant] slagen in zoverre.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM) over de toekenning van een billijke vergoeding na ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [appellant] was sinds 1979 in dienst bij KLM en heeft een aantal incidenten meegemaakt die hebben geleid tot disciplinaire maatregelen. De kantonrechter had eerder een billijke vergoeding van € 25.000,- toegekend, maar [appellant] is in hoger beroep gegaan om een hogere vergoeding te eisen. KLM heeft in incidenteel appel verzocht om de eerdere beschikking te bekrachtigen en de billijke vergoeding af te wijzen. Het hof heeft vastgesteld dat KLM ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, wat heeft geleid tot de verstoring van de arbeidsrelatie. Het hof oordeelt dat de billijke vergoeding moet worden verhoogd naar € 85.000,- bruto, rekening houdend met de inkomens- en pensioenschade van [appellant]. De beslissing van de kantonrechter wordt gedeeltelijk vernietigd en de kosten van het geding worden aan KLM opgelegd.