ECLI:NL:GHAMS:2021:4453
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep ex art. 416 lid 2 Sr
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 12 maart 2020. De verdachte, geboren in 1978, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar heeft tijdens de terechtzitting te kennen gegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.