ECLI:NL:GHAMS:2021:4374

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2021
Publicatiedatum
26 februari 2022
Zaaknummer
23-002285-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vrijspraak in vuurwerkzaak met mishandeling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tweede cumulatief ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 13-036170-20. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak in deze zaak. De tenlastelegging in de zaak met parketnummer 13-036167-20 betrof mishandeling van een slachtoffer op 14 augustus 2019. Het hof heeft geconcludeerd dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte te veroordelen voor deze mishandeling, aangezien de verklaringen van de getuigen en de verdachte niet overtuigend genoeg waren. In de tweede zaak, met parketnummer 13-036170-20, ging het om het bezit van professioneel vuurwerk. Het hof oordeelde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat het aangetroffen vuurwerk aan de verdachte toebehoorde. Ondanks de vrijspraak in beide zaken, heeft het hof besloten het in beslag genomen vuurwerk te onttrekken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002285-20
datum uitspraak: 22 juli 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 augustus 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-036167-20 en 13-036170-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Omvang van het hoger beroep

De verdachte is door de politierechter in de rechtbank Amsterdam vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 13-036170-20 tweede cumulatief ten laste gelegd feit. Nu enkel namens de verdachte onbeperkt hoger beroep is ingesteld, is de verdachte – gelet op het voorschrift uit artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering – niet-ontvankelijk in het ingestelde hoger beroep voor zover dat zich richt tegen de voornoemde vrijspraak.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, dat:
Zaak met parketnummer 13-036167-20 (hierna: zaak A):
hij, op of omstreeks 14 augustus 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] meermalen, althans éénmaal vast te pakken en/of vast te houden bij de keel, en/of te duwen tegen de nek, althans tegen het lichaam, en/of te slaan en/of te stompen in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of het lichaam.
Zaak met parketnummer 13-036170-20 (gevoegd, hierna: zaak B):
hij, op of omstreeks 22 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk,
- 30 stuks, althans één of meer stuks cobra’s, en/of
- 199 stuks, althans één of meer stuks nitraatbom(men) (type *FP3),
in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in zaak A en in zaak B eerste cumulatief is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
In zaak A wordt overwogen dat het dossier, naast de aangifte van [slachtoffer], een proces-verbaal bevat waarin verbalisanten hebben opgeschreven wat aangeefster hen heeft verteld. Deze informatie over de ten laste gelegde mishandeling is daarom afkomstig uit één bron, de verklaring van [slachtoffer]. Uit de overige bewijsmiddelen blijkt niet dat de verdachte de ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer] heeft gepleegd. De verklaringen van de getuige [getuige 1] en de verdachte hebben betrekking op een mishandeling die zou zijn gepleegd op 12 augustus 2019. Gelet op het voorgaande zal de verdachte van de ten laste gelegde mishandeling op 14 augustus 2019 worden vrijgesproken.
In zaak B heeft het hof acht geslagen op de verklaring van de getuige [getuige 2] waaruit volgt dat in de woning van [slachtoffer] regelmatig gasten logeerden, die daar bovendien wel eens spullen achterlieten en dat later niet meer kon worden achterhaald aan wie de achtergebleven spullen toebehoorden. Deze gang van zaken is door de verdachte bevestigd in zijn verklaring bij de politie. Gelet hierop constateert het hof dat niet met voldoende zekerheid is komen vast te staan dat het aangetroffen vuurwerk aan de verdachte toebehoorde, of dat hij van de aanwezigheid van het vuurwerk op de hoogte was, zodat de verdachte ook van dit feit zal worden vrijgesproken.
Niettegenstaande de hiervoor in zaak B gegeven vrijspraak, zal het in de woning aangetroffen vuurwerk worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-036170-20 (zaak B) tweede cumulatief tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-036167-20 (zaak A) en in de zaak met parketnummer 13-036170-20 (zaak B) eerste cumulatief tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
9 KG Vuurwerk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. A.P.M. van Rijn en mr. I.M.A. Hinfelaar, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn-Tonino, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juli 2021.
Mr. S.M.M. Bordenga en mr. I.M.A. Hinfelaar zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]