Noodzakelijk in een democratische samenleving
Als algemeen uitgangspunt hanteert het hof dat (vreedzame) betogingen en demonstraties die tot doel hebben een discussie aan te zwengelen over bepaalde maatschappelijke of politieke vraagstukken een grote mate van bescherming verdienen (vgl. EHRM 2 januari 2002, Stankov and the United Macedonian Organisation Ilinden v. Bulgaria). Verder maakt het feit dat bepaalde betogingen of demonstraties veiligheidsrisico’s met zich meebrengen niet dat elke inperking op die rechten is geoorloofd. Tot slot is van belang de vraag of een inbreuk ook proportioneel is. Bij beantwoording van de vraag of de gewraakte inbreuk proportioneel was, is onder meer van belang of de betogers/demonstranten de gelegenheid hebben gehad op vreedzame wijze te demonstreren of anderszins hun mening te uiten (vgl. EHRM 18 juni 2019, Chernega and others v. Ukraine).
Op grond van de voornoemde uitgangspunten, toegepast op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden, komt het hof tot het oordeel dat de inbreuk op het recht van vrijheid van meningsuiting/vergadering van de verdachte in het onderhavige geval noodzakelijk was in een democratische samenleving en bovendien de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit niet overschreed. Daartoe wordt overwogen dat de verdachte gelegenheid heeft gehad zich uit te spreken tegen de uitzetting van de vreemdeling. Immers verhinderde de vordering plaats te nemen op een passagiersstoel in het vliegtuig niet dat zij haar mening kon geven. Het handelen van de verdachte ging echter verder dan het geven van ruchtbaarheid aan een standpunt, nu zij, door niet te gaan zitten, het gereed maken voor vertrek van het vliegtuig belette, zodat de uitzetting (nog) niet kon worden bewerkstelligd. Dat anderen ook (nog) stonden en het vliegtuig dus sowieso niet kon vertrekken op het moment dat zij uit het vliegtuig werd verwijderd, doet daar niet aan af. Immers gaat het om de bedoeling van dat staan waarbij van belang is dat uit het proces-verbaal 5 januari 2019 van [verbalisant 5] volgt dat de vrouwen, waaronder de verdachte, medepassagiers opriepen ook te gaan staan. Het hof gaat ervan uit dat dit kennelijk als doel had de uitzetting te vertragen, bemoeilijken en/of voorkomen. Dat de verdachte vervolgens door de KMar is aangehouden en meegenomen, waarna zij is verhoord, is niet disproportioneel, gelet op de context waarin het voorgevallene zich afspeelde. Ook de hoogte van de aan de verdachte opgelegde strafbeschikking maakt niet dat het optreden van de Kmar niet proportioneel was.
Sinds de aanslagen op 11 september 2001 in New York en Washington zijn de beveiligingsmaatregelen die gelden op internationale luchthavens aangescherpt. Onrust op een luchthaven kan leiden tot paniek wat vervolgens gevaar voor personen en goederen kan veroorzaken, zeker als die onrust of paniek ontstaat aan boord van een vliegtuig. Daarmee strookt dat de opsporingsambtenaren van de KMar ten behoeve van de veiligheid van personen in staat zijn reeds in een vroeg stadium in te grijpen ter voorkoming van wanordelijkheden. In het onderhavige geval was een aantal ambtenaren van de KMar belast met het effectueren van een gedwongen uitzetting, waartegen de vreemdeling zich verzette. Het is van belang dat burgers in een dergelijke situatie luisteren naar en gehoor geven aan de aanwijzingen die de KMar geeft ter beheersing van de situatie zodat escalatie kan worden voorkomen en ieders veiligheid kan worden gewaarborgd. Gelet daarop is ook niet onredelijk dat de verdachte, toen zij weigerde te gaan zitten, is verwijderd uit het vliegtuig en gedurende ongeveer vier uur is vastgehouden voor verhoor. In het kader van een zorgvuldige taakuitoefening diende de KMar immers te beoordelen in hoeverre de acties van verdachte onderdeel uitmaakten van een georganiseerde actie, zodat een inschatting kon worden gemaakt van de eventuele veiligheidsrisico’s tijdens de vlucht. Dat dit laatste een doel van het uitgevoerde onderzoek was, volgt ook uit de vragen die blijkens het proces-verbaal van verhoor van 5 januari 2019 aan de verdachte zijn gesteld.