Op 27 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 april 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die op 14 juni 2020 in Amsterdam is betrapt op het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
In de uitspraak heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Daarnaast heeft het hof de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen, opgelegd bij vonnissen van de politierechter in de rechtbank Amsterdam en Noord-Holland, opnieuw beoordeeld. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging voor het overige afgewezen en gelast dat de voorwaardelijke straffen worden omgezet in een gevangenisstraf van twee weken en een taakstraf van 28 uren.
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen, waardoor de uitspraak van het hof definitief is. Deze zaak benadrukt de ernst van het rijden zonder geldig rijbewijs en de gevolgen die dit kan hebben voor de verdachte.