Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-290448-20
parketnummer hoger beroep : 23-001221-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 27 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 april 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
adres: [adres].
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplichtig aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
gepleegd
1 september 2019 t/m 22 oktober 2019 te Diemen.
1 september 2019 t/m 22 oktober 2019 te Diemen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 48 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. H.M.J. Quaedvlieg, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. H.M.J. Quaedvlieg
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.