ECLI:NL:GHAMS:2021:4294

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
26 januari 2022
Zaaknummer
23-002396-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake overtreding van de Wegenverkeerswet 1994

Op 4 mei 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 26 oktober 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 12 mei 2019 te Amstelveen werd betrapt op het overtreden van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij een hoeveelheid van 720 microgram werd vastgesteld. De verdachte had een gemachtigd raadsman tijdens de zitting. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 32 uren en 16 dagen hechtenis. Daarnaast werd de verdachte voor de duur van 66 dagen de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof bepaalde dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte was ingevorderd of ingehouden, in mindering zou worden gebracht op de bijkomende straf.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-113814-19
parketnummer hoger beroep : 23-002396-20
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
4 mei 2021gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 oktober 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (720 microgram).

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 12 mei 2019 te Amstelveen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
66 (zesenzestig) dagen.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gewezen door mr. M. Senden, in bijzijn van mr. M.E. de Waard, griffier.
mr. M. Senden