ECLI:NL:GHAMS:2021:4265

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
200.283.186/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot overlegging onderzoeksverslag in gerechtelijke procedures

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 7 december 2021, gaat het om een verzoek van MBH B.V. en [A] om machtigingen te verkrijgen voor het overleggen van een onderzoeksverslag in twee aanhangige procedures. De voorzitter van de Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Omines Services B.V. Dit onderzoek resulteerde in een verslag dat vertrouwelijk is, maar waarvan de verzoekers menen dat het noodzakelijk is om dit verslag in te brengen in hun rechtszaken. De Ondernemingskamer heeft eerder al bepaald dat het verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden, waaronder MBH en NKH. De voorzitter overweegt dat het belang van de verzoekers bij het kunnen inbrengen van het verslag opweegt tegen het belang van Omines Services bij de vertrouwelijkheid van het verslag. Uiteindelijk verleent de voorzitter de gevraagde machtigingen, zodat de verzoekers het verslag kunnen gebruiken in hun rechtszaken. De overige verzoeken worden afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.283.186/01 OK
beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 7 december 2021
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MBH B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
2.
[A] ,
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. A.A. Leroux, kantoorhoudende te Eindhoven,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OMINES SERVICES B.V.,
gevestigd Eindhoven,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NKH B.V.,
gevestigd Veldhoven,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekers als MBH en [A] en gezamenlijk als MBH c.s.;
  • verweerster als Omines Services;
  • belanghebbende als NKH;
  • verweerster en belanghebbende gezamenlijk als Omines Services c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de voorzitter van de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van de Ondernemingskamer van 19 januari 2021, 8 maart 2021, 5 oktober 2021 en 14 oktober 2021.
1.3
Bij de eerste beschikking van 19 januari 2021 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Omines Services over de periode vanaf 1 januari 2013 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Diezelfde dag heeft de Ondernemingskamer bij de tweede beschikking drs. E.A. Marseille RA aangewezen als onderzoeker.
1.4
Bij beschikking van 8 maart 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 12.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij de beschikking van 5 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Omines Services (verder: het onderzoeksverslag) ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden en zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.6
Bij akte met producties van 12 oktober 2021 heeft mr. Leroux namens MBH de Ondernemingskamer verzocht NKH te veroordelen in de onderzoekskosten althans NKH te verplichten het door MBH voorgeschoten bedrag van de onderzoekskosten te vergoeden indien blijkt dat Omines Services niet bij machte is de onderzoekskosten te voldoen.
1.7
Bij de beschikking van de Ondernemingskamer van 14 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 12.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en de behandeling van het verzoek van MBH bedoeld onder 1.6 aangehouden totdat de in artikel 2:355 lid 2 BW bedoelde termijn is verstreken.
1.8
Bij e-mail van 3 december 2021 heeft mr. Leroux namens MBH c.s. (en mede namens mr. R.C.M. Klatten, advocaat van [A] ) de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht om
  • a) een machtiging aan [A] te verlenen om het onderzoeksverslag te overleggen in de tussen Omines Internetbureau B.V. en [A] aanhangige procedure bij het gerechtshof Den Bosch onder zaaknummer 200.290.584/01.
  • b) een machtiging aan [A] te verlenen om de bij de Ondernemingskamer ingediende processtukken en de door de Ondernemingskamer gewezen beschikkingen in de procedure bij de Ondernemingskamer met zaaknummer 200.283.186/01 te overleggen in de tussen Omines Internetbureau B.V. en [A] aanhangige procedure bij het gerechtshof Den Bosch onder zaaknummer 200.290.584/01.
1.9
Bij e-mail van 3 december 2021 heeft mr. Smelt namens Omines Services en [B] (verder: [B] ) bezwaar gemaakt om de “
stukken integraal in te brengen. Deze hebben niets van doen met de hoger beroepskwestie die bij het hof in Den Bosch loopt, totaal andere partijen. Er zit informatie in die bedrijfsgevoelig is en geen enkel nut dient in een arbeidsrechtelijke procedure tussen Omines Internetbureau B.V. en [A] .
1.1
Bij e-mail van 3 december 2021 heeft mr. Leroux namens MBH c.s. aan de Ondernemingskamer geschreven dat er geen sprake is van bedrijfsgevoelige informatie, omdat slechts de heren [B] en [A] bij beide procedures betrokken zijn en zij reeds op de hoogte zijn van de inhoud van het onderzoeksverslag en dat het aan het gerechtshof Den Bosch is om te beoordelen of “
het onderzoeksrapport
geen enkel nut dient in” of “niets van doen heeft met” de arbeidsprocedure”.
1.11
Bij e-mail van 6 december 2021 heeft mr. Leroux namens MBH c.s. de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht om
  • a) een machtiging aan MBH te verlenen om het onderzoeksverslag te overleggen in de tussen Omines Services en MBH aanhangige procedure bij de rechtbank Oost-Brabant, kamer voor kantonzaken, locatie Eindhoven.
  • b) een machtiging aan MBH te verlenen om de bij de Ondernemingskamer ingediende processtukken en de door de Ondernemingskamer gewezen beschikkingen in de procedure bij de Ondernemingskamer met zaaknummer 200.283.186/01 te overleggen in de tussen Omines Services en MBH aanhangige procedure bij de rechtbank Oost-Brabant, kamer voor kantonzaken, locatie Eindhoven.
1.12
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft Omines Services c.s. in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek bedoeld onder 1.11 en de onder 1.10 bedoelde reactie van mr Leroux van 3 december 2021.
1.13
Bij e-mails van 6 december 2021 heeft mr. Smelt namens Omines Services ( [B] ) onder meer bericht aan de voorzitter van de Ondernemingskamer:

Het kort geding in kwestie dient tussen dezelfde rechtspersonen als voor de Ondernemingskamer, waardoor in dat geval de vertrouwelijkheid vanzelfsprekend niet in het geding is. Bovendien heeft Omines Services B.V. ook aldaar exact om deze reden enkel het hoofdstuk ingebracht dat de relevante grondslag is van die specifieke zaak, en in het geheel geen mogelijk gevoelige informatie over klanten en andere derden bevat.
En:

Ik verwijs u naar mijn eerdere e-mail van vorige week.
NKH/de heer [B] ziet derhalve nog steeds geen reden om de vertrouwelijkheid van het document te schenden door het integraal in te brengen in een arbeidsrechtelijke zaak tussen twee andere partijen (Omines Internetbureau B.V. en de heer [A] ).

2.De gronden van de beslissing

2.1
MBH en [A] hebben hun in 1.8 (a) en 1.11 (a) genoemde machtigingsverzoek gedaan met het oog op de 1.8 (a) en 1.11 (a) genoemde procedures en willen het onderzoeksverslag in die procedures kunnen inbrengen. Zij menen voorts dat van belang is dat “
voor wat betreft rechtszekerheid, waarheidsvinding en uniformiteit (rechtsvinding)” de betreffende rechterlijke instanties kennis kunnen nemen van de inhoud van het onderzoeksverslag. Alle bij de procedures betrokken partijen beschikken reeds uit hoofde van de enquêteprocedure over het onderzoeksverslag, aldus MBH c.s..
2.2
De voorzitter van de Ondernemingskamer overweegt als volgt.
2.3
Voor zover het onderzoeksverslag – zoals in dit geval – niet voor een ieder ter inzage ligt en behoudens de in de laatste zin van artikel 2:353 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/id2e784966992bc0db307f155bae5a7511?idp=LegalIntelligence) BW gemaakte uitzondering, staat het op grond van die bepaling alleen de rechtspersoon vrij aan derden mededelingen te doen uit het verslag, tenzij met machtiging van de voorzitter van de Ondernemingskamer. Uit de wet en de aard en strekking van het enquêterecht vloeit voort dat het verslag in beginsel vertrouwelijk van aard is. In deze zaak heeft de Ondernemingskamer - bij beschikking van 5 oktober 2021 - bepaald dat het onderzoeksverslag ter inzage ligt voor belanghebbenden, MBH en NKH.
2.4
Het komt bij een machtigingsverzoek erop aan of het belang van verzoekers bij het kunnen doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag opweegt tegen het door artikel 2:353 lid 3 BW beschermde belang van de vennootschap bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag. Het belang van MBH c.s. bij het verkrijgen van de machtiging is mede gelegen in het onderbouwen van hun standpunt(en) in de procedures bedoeld onder 1.8 en 1.11.
2.5
Omines Services c.s. ( [B] ) hebben, na daartoe door de secretaris van de Ondernemingskamer in de gelegenheid te zijn gesteld, geen bezwaar gemaakt tegen het machtigingsverzoek bedoeld onder 1.11 (a). De voorzitter van de Ondernemingskamer zal de verzochte machtiging verlenen op de hierna te vermelden wijze.
2.6
Omines Services c.s. ( [B] ) hebben wel bezwaar gemaakt tegen het machtigingsverzoek bedoeld onder 1.8 (a), omdat, samengevat, het onderzoeksverslag informatie bevat
“die bedrijfsgevoelig is en geen enkel nut dient in een arbeidsrechtelijke procedure tussen Omines Internetbureau B.V. en Martin [A] .”De voorzitter van de Ondernemingskamer dient thans — de doeleinden van het enquêterecht in aanmerking nemende — te beoordelen of [A] dient te worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van voormelde beschikking en of hier voor hem een uitzondering op het vertrouwelijke karakter geldt. Naar het oordeel van de voorzitter van de Ondernemingskamer is dat het geval. [A] is als enig aandeelhouder en bestuurder van MBH zo nauw betrokken bij het onderwerp van de enquêteprocedure, dat hij daarbij als belanghebbende heeft te gelden. Met betrekking tot het belang van Omines Services bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag is van belang dat de partijen in de procedure bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch met zaaknummer 200.290.584/01, Omines Internetbureau B.V. en [A] , gelieerd zijn aan de partijen in de enquêteprocedure. [B] is enig aandeelhouder en bestuurder van NKH en NKH is enig aandeelhouder en bestuurder van Omines Internetbureau B.V. [A] is enig aandeelhouder en bestuurder is van MBH, en was tot 7 augustus 2020 in loondienst van Omines Internetbureau (zie r.o. 2.5 van de beschikking van de Ondernemingskamer van 19 januari 2021). In de procedure bij het gerechtshof Den Bosch zijn verder geen andere partijen betrokken. Dit betekent dat de bij de procedure bij het gerechtshof Den Bosch betrokken natuurlijke personen allen al kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van het onderzoeksverslag. Hierdoor komt aan het belang van Omines Services bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag minder gewicht toe dan aan het belang van [A] bij toewijzing van het machtigingsverzoek om zijn standpunt(en) te kunnen onderbouwen. De voorzitter van de Ondernemingskamer zal de verzochte machtiging verlenen op de hierna te vermelden wijze.
2.7
Voor wat betreft de verzoeken bedoeld onder 1.8 (b) en 1.11 (b) overweegt de voorzitter van de Ondernemingskamer als volgt. Een machtiging van de voorzitter zoals MBH c.s. verlangen is niet nodig. De beschikkingen van de Ondernemingskamer in de procedure met zaaknummer 200.283.186/01 OK zijn openbaar en het is partijen niet verboden om aan derden mededelingen te doen omtrent gegevens uit de bij de Ondernemingskamer ingediende processtukken in deze procedure.

3.De beslissing

De voorzitter van de Ondernemingskamer:
machtigt [A] om het verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en gang van zaken van Omines Services B.V. te overleggen in de tussen Omines Internetbureau B.V. en [A] aanhangige procedure bij het gerechtshof Den Bosch met zaaknummer 200.290.584/01;
machtigt MBH B.V. om het verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en gang van zaken van Omines Services B.V. te overleggen in de tussen Omines Services B.V. en MBH B.V. aanhangige procedure bij de rechtbank Oost-Brabant, kamer voor kantonzaken, locatie Eindhoven;
verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de overige verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2021.