ECLI:NL:GHAMS:2021:4161
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens te late indiening
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 maart 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1976, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, maar dit was niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen na de uitspraak gedaan. De verdachte en zijn raadsman waren op 16 maart 2021 aanwezig bij de zitting, waar de verdachte op de termijn voor hoger beroep was gewezen. De verdediging stelde dat de kantonrechter had medegedeeld dat de termijn pas zou ingaan na schriftelijke toezending van het vonnis, maar dit werd niet aannemelijk gemaakt en was niet vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting. Het hof oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de overschrijding van de termijn verontschuldigbaar maakten. Daarom werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de rechters D. Radder, T. de Bont en A. Beijer, en werd uitgesproken in de openbare zitting.