In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 19 augustus 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 2002, werd beschuldigd van het overschrijden van de maximumsnelheid met meer dan 30 km/u binnen de bebouwde kom, gepleegd op 11 april 2020 te Amsterdam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van artikel 20, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De rechtbank had eerder een taakstraf opgelegd, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is er een hechtenis opgelegd van 25 dagen, die kan worden omgezet in een taakstraf indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft bepaald dat een gedeelte van de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit.