ECLI:NL:GHAMS:2021:4127

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
23-002498-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter inzake rijden zonder geldig rijbewijs

Op 16 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 augustus 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die op 10 januari 2021 in Amsterdam werd betrapt op het rijden zonder geldig rijbewijs, wat een overtreding is van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, alsmede een taakstraf van veertig uren. Indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, kan dit worden omgezet in twintig dagen hechtenis. Daarnaast heeft het hof bepaald dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof houdt ook rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte, waaronder een hechtenis van één week die was opgelegd bij een eerder vonnis van de kantonrechter in Alkmaar.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-017103-21 en 96-102973-19 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-002498-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 16 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994
gepleegd
op 10 januari 2021 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 107 en 177 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Gelast in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kantonrechter Alkmaar van 14 augustus 2019 met parketnummer 96-102973-19, te weten een hechtenis voor de duur van één week met proeftijd van 2 jaren, een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van L.M. van Leeuwen, griffier.
mr. N.A. Schimmel