Op 16 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 augustus 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die op 10 januari 2021 in Amsterdam werd betrapt op het rijden zonder geldig rijbewijs, wat een overtreding is van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, alsmede een taakstraf van veertig uren. Indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, kan dit worden omgezet in twintig dagen hechtenis. Daarnaast heeft het hof bepaald dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof houdt ook rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte, waaronder een hechtenis van één week die was opgelegd bij een eerder vonnis van de kantonrechter in Alkmaar.