ECLI:NL:GHAMS:2021:4126

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
23-002493-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding APV Gemeente Amsterdam

Op 16 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 3 september 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 25 juni 2020 in Amsterdam een overtreding heeft gepleegd van artikel 5.11, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 van de Gemeente Amsterdam. De verdachte, geboren in 1982, werd beschuldigd van het doen van zijn natuurlijke behoefte buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 140,00 en 2 dagen hechtenis, met de bepaling dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. Dit betekent dat de verdachte onder bepaalde voorwaarden niet hoeft te betalen, zolang hij zich niet schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit binnen de proeftijd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-167516-20
parketnummer hoger beroep : 23-002493-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 16 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 3 september 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 5.11, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 van de Gemeente Amsterdam
gepleegd
op 25 juni 2020 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 140,00 (honderdveertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van L.M. van Leeuwen, griffier.
mr. N.A. Schimmel