Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak van 9 november 2021
[X] te [Z] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de Heffingsambtenaar,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
Is een dwangsom verschuldigd?
on holdte zetten. De hieraan gekoppelde voorwaarde is dat de heffingsambtenaar binnen een redelijke termijn — nadat nadere stukken zijn aangeleverd — een besluit op bezwaar neemt. De gemachtigde van eiseres en de heffingsambtenaar hebben deze afspraak op de zitting bij de rechtbank bevestigd. De afspraak over het
on holdzetten van de ingebrekestelling betekent dat de ingebrekestelling vanaf het moment van die afspraak tijdelijk niet meer gold. Er was voor de heffingsambtenaar dus op dat moment geen verplichting meer om binnen vijftien dagen na ontvangst van de ingebrekestelling een beslissing op het bezwaar tegen de waardebeschikking te nemen.
Hof] uitspraak gedaan op het bezwaar tegen de waardebeschikking van 28 september 2017. Niet gebleken is dat de heffingsambtenaar daarmee de gemaakte afspraken niet is nagekomen. Voor de stelling van eiseres, dat de afspraken ook inhielden dat per zaak een afzonderlijke hoorzitting over de erfpachtcorrectie zou worden gehouden, is geen steun te vinden in de stukken.
on holdte zetten, was er geen twijfel over dat de bezwaren niet konden leiden tot een ander besluit. De heffingsambtenaar heeft dus mogen afzien van het horen in bezwaar. Deze beroepsgrond slaagt niet.”
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten en griffierecht
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de dwangsombeschikking;
- verklaart het verzoek om een dwangsom ongegrond;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.200,50;
- bepaalt dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het voor de Rechtbank en het Hof betaalde griffierecht van € 174 vergoedt.