ECLI:NL:GHAMS:2021:4079

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 december 2021
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
23-000484-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en (schuld)heling na onderzoek naar omstandigheden van goederenverwerving

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van diefstal en (schuld)heling van goederen, waaronder een rugtas met inhoud, die op 20 oktober 2018 in Zandvoort waren gestolen. Tijdens de zitting op 9 december 2021 heeft het hof het dossier bestudeerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zou worden veroordeeld tot een geldboete van € 350,00.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op het moment van de aanhouding met drie anderen in een auto zat, waarin goederen aanwezig waren die tussen 19 oktober 2018 en het moment van de aanhouding waren gestolen uit een camper. Echter, het hof kon niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen hoe de verdachte en zijn medeverdachten aan deze goederen waren gekomen. Hierdoor kon de verdachte niet worden veroordeeld voor zowel de diefstal als de (schuld)heling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De voorzitter was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen, maar het arrest is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 23 december 2021.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000484-19
datum uitspraak: 23 december 2021
VERSTEK(raadsman niet gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-207603-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1997,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 december 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 20 oktober 2018 te Zandvoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een rugtas met inhoud (onder andere een laptop en/of twee flessen wijn en/of een bankpas), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiairhij op of omstreeks 20 oktober 2018 te Zandvoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een rugtas met inhoud (onder andere een laptop en/of twee flessen wijn en/of een bankpas) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wisten, althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof – anders dan de politierechter - tot een integrale vrijspraak komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 350,00.

Vrijspraak

De verdachte is op 20 oktober 2018 omstreeks 06.18 uur in Zandvoort met drie anderen aangetroffen in een auto, met daarin goederen die op enig moment gelegen tussen 19 oktober 2018 omstreeks 16.00 uur en het moment van aantreffen zijn gestolen vanuit een camper die geparkeerd stond in Zandvoort. Het hof kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vaststellen op welke wijze en onder welke omstandigheden de verdachte en zijn medeverdachten aan deze goederen zijn gekomen, zodat de verdachte van zowel de diefstal als de (schuld)heling moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 december 2021.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]