4.3.Dobu heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd. Zij vordert, zoveel mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest:
primair Rito te veroordelen om op grond van de geregistreerde onderhandse pandakte van 28 augustus 2019 de vordering van Luxury op Rito van € 137.545,32, althans € 113.690,- aan Dobu te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 19 juni 2018 (datum van dagvaarding in eerste aanleg) tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair Rito te veroordelen tot nakoming van de garantiebepaling in de koop- en leveringsovereenkomst, in die zin dat Rito wordt veroordeeld tot betaling van een schadeloosstelling van € 137.545,32 althans € 113.690,- aan Dobu of aan Luxury, vermeerderd met de wettelijke rente ex 6:119 BW over dit bedrag vanaf 19 juni 2018 (datum van dagvaarding in eerste aanleg) tot aan de dag der algehele voldoening;
meer subsidiair de gevolgen van de koop- en leveringsovereenkomst op grond van dwaling te wijzigen, in die zin dat de koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 137.545,32, althans € 113.690,-, alsmede voor recht te verklaren dat Dobu dit deel van de koopprijs, te weten het bedrag van € 137.545,32 althans € 113.690,-, niet langer aan Rito verschuldigd is en/of Rito te veroordelen tot terugbetaling van dit bedrag aan Dobu, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 19 juni 2018 (datum van dagvaarding in eerste aanleg) tot aan de dag der algehele voldoening;
meer subsidiair voor recht te verklaren dat Dobu op grond van de gedeeltelijke ontbinding van de koop- en leveringsovereenkomst een deel van de koopprijs, te weten een bedrag van € 137.545,32, althans € 113.690,- niet langer aan Rito verschuldigd is en/of Rito te veroordelen tot terugbetaling van dit bedrag aan Dobu, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 19 juni 2018 (datum van dagvaarding in eerste aanleg) tot aan de dag der algehele voldoening;
uiterst subsidiair Rito te veroordelen tot betaling van de door Dobu geleden schade van € 137.545,32, althans € 113.690,- op grond van een toerekenbare tekortkoming van de garantiebepaling in de koop- en leveringsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 19 juni 2018 (datum dagvaarding in eerste aanleg) tot aan de dag der algehele voldoening;
Rito te veroordelen tot vergoeding van de kosten van het conservatoir eigenbeslag van € 146,15 (deurwaarderskosten) en € 626,- (griffierechten) aan Dobu;
Rito te veroordelen tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg van € 7.630,- alsmede de nakosten begroot op € 157,- aan salaris advocaat aan Dobu, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van terugbetaling;
Rito te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep aan Dobu;
Rito te veroordelen tot vergoeding van de nakosten.