ECLI:NL:GHAMS:2021:3968

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
: 200.260.224/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het bedrag voor onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een besloten vennootschap

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 17 december 2021, wordt het bedrag vastgesteld dat maximaal mag worden besteed aan een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap [E]. Dit onderzoek werd bevolen bij eerdere beschikkingen op 15 en 26 oktober 2021, waarbij mr. J.T. Stekelenburg als onderzoeker werd aangewezen. De onderzoeker heeft een plan van aanpak en begroting van de onderzoekskosten ingediend, waarin hij het aantal benodigde uren op 220 heeft geraamd en een totaalbedrag van € 65.000 heeft begroot, exclusief omzetbelasting. De Ondernemingskamer heeft de begroting beoordeeld en geen bezwaren ontvangen van de betrokken partijen. De Ondernemingskamer oordeelt dat de begroting niet onredelijk is en stelt het bedrag vast op € 65.000, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.260.224/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 december 2021
inzake

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten: voorheen
mr. Y.H. Talstraen
mr. A. Middel,thans
mr. Y.H. Talstraen
mr. J.C. van Galen,kantoorhoudende te Assen,
t e g e n

1.de stichting[D] ,

gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E] .,
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten: voorheen
mr. R.G. Jengibarjanen
mr. P.P.R. Hoekstra, thans
mr. G.W. Breukeren
mr. T. van Dijken, kantoorhoudende te Groningen,
e n t e g e n

1.[F] ,

wonende te [....] ,
2.
[G] ,
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: voorheen
mr. R.G. Jengibarjanen
mr. P.P.R. Hoekstra, thans
mr. G.W. Breukeren
mr. T. van Dijken, kantoorhoudende te Groningen,
e n t e g e n

3.[H] ,wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDE,
verschenen in persoon ,
4.
[I],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters als [A] , [B] en [C] ;
  • verweersters als STAK en [E] en gezamenlijk als [J] ;
  • belanghebbenden sub 1 tot en met 3 als [F] , [G] en [H] ;
  • belanghebbende sub 4 als [I] ;
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 15 oktober 2021 en 26 oktober 2021.
1.3
Bij de beschikking van 15 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [E] over de periode vanaf 11 juli 2011 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.
1.4
Bij de beschikking van 26 oktober 2021 heeft de Ondernemingskamer mr. J.T. Stekelenburg aangewezen als onderzoeker.
1.5
De onderzoeker heeft bij e-mail van 7 december 2021 een plan van aanpak met een begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer gezonden.
1.6
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft (de advocaten van) partijen vervolgens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten.
1.7
Bij e-mail van 8 december 2021 heeft mr. Talstra namens [A] , [B] en [C] aan de Ondernemingskamer bericht dat zij geen opmerkingen hebben over de begroting.
1.8
Bij e-mail van 13 december 2021 heeft mr. Van Dijken namens Veldman [J] , [F] en [G] aan de Ondernemingskamer bericht dat zij zich refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.9
Bij e-mail van 15 december 2021 heeft [I] aan de Ondernemingskamer bericht geen gebruik te willen maken van de door de Ondernemingskamer geboden mogelijkheid om zich uit te laten.
1.1
Bij e-mail van 15 december 2021 heeft [H] aan de Ondernemingskamer bericht geen gebruik te willen maken van de door de Ondernemingskamer geboden mogelijkheid om zich uit te laten.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen geraamd (220 uren) en opgave gedaan van zijn uurtarief van € 350 (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen), het uurtarief van € 175 (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen) voor de secretaris (een aan zijn kantoor verbonden advocaat), en het (blended) uurtarief van € 250 voor de in te huren derde(n) (de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen). De onderzoeker begroot dat het onderzoek in totaal € 65.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, zal kosten.
2.2
Er zijn geen bezwaren aangevoerd tegen de begroting van de onderzoeker. De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 65.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 65.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, drs. C. Smits-Nusteling RC en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 17 december 2021.