Uitspraak
mr. J.E. Stam, kantoorhoudende te Naarden,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. J.P.P. Latouren
D.A.Q. Willemse, kantoorhoudende te Amsterdam, thans
mr. J.C.F. Kooijmans, kantoorhoudende te Zwolle.
1.Het verloop van het geding
bij de onderzoeker en de OK bestuurder”.
2.De gronden van de beslissing
daaruit – naar verwachting wel conclusies kunnen worden getrokken ten aanzien van het wanbeleid”. Volgens [F c.s.] vallen deze onderwerpen binnen de reikwijdte van het door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek. Wel dient ten aanzien van het onderwerp voorraadverschil het onderzoek te worden “
doorgetrokken tot de tijd van de door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen”.
op de draagkracht van de onderneming, nu de lopende kosten enkel kunnen worden voldaan uit het escrow bedrag dat met goedkeuring van de Ondernemingskamer uit het vermogen van de vennootschap is gesepareerd ter dekking van eventuele kosten van verweer van de (opvolgende) tijdelijke bestuurders en de beheerder van aandelen.” Een eventuele verhoging van het onderzoeksbudget vanwege het horen van getuigen kan/mag in de visie van Dekker en [D] niet leiden tot het nog verder interen op de
escrow.