ECLI:NL:GHAMS:2021:3916

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
200.275.809/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling en belregeling voor minderjarigen met uitbreiding onder voorwaarden

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is een zorgregeling voor twee minderjarige kinderen vastgesteld. De zaak betreft een hoger beroep van de man, die verzoekt om een uitbreiding van de zorgregeling. De rechtbank had eerder bepaald dat de kinderen om de week bij de man verblijven, maar de man wenst nu een wekelijkse regeling. De vrouw, die de kinderen verzorgt, heeft zorgen over de huidige regeling en de woonomstandigheden van de man. Het hof heeft de eerdere beschikkingen van 22 december 2020 en 16 februari 2021 in acht genomen, waarin de Raad voor de Kinderbescherming was ingeschakeld om de situatie te onderzoeken. De raad adviseert een uitbreiding van het contact tussen de man en de kinderen, wat het hof overneemt. De man heeft aangegeven dat hij tevreden is met de huidige regeling, maar meer contact met de kinderen wenst. De vrouw is voorzichtiger en wil eerst dat de woonruimte van de man wordt beoordeeld voordat er meer omgang plaatsvindt. Het hof heeft besloten dat de kinderen om het weekend bij de man verblijven, onder de voorwaarde dat de woonruimte van de man door een professional wordt goedgekeurd. Daarnaast is bepaald dat de man en de kinderen elkaar twee keer per week bellen. De zaak is op 7 december 2021 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.275.809/01
zaaknummer rechtbank: C/15/290155 / FA RK 19-3521
beschikking van de meervoudige kamer van 7 december 2021 in de zaak van
[de man],
ingeschreven op een voor het hof onbekende plaats, verblijvende te [verblijfplaats] , gemeente [gemeente] ,
verzoeker in het principaal hoger beroep,
verweerder in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. E. Kocabas-Güler te Zoetermeer,
en
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster in het principaal hoger beroep,
verzoekster in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. M.B. Chylinska te Zaandam, gemeente Zaanstad.
Als belanghebbenden zijn verder aangemerkt:
- de minderjarige [kind 1] (hierna te noemen: [kind 1] );
- de minderjarige [kind 2] (hierna te noemen: [kind 2] ).
In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag, locatie Haarlem,
hierna te noemen: de raad.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof verwijst naar en neemt over hetgeen is overwogen in zijn beschikkingen van 22 december 2020 en 16 februari 2021.
Bij de beschikking van 22 december 2020 heeft het hof, voor zover hier van belang, de raad verzocht onderzoek in te stellen naar een zorgregeling tussen de man en de kinderen, bepaald dat de kinderen iedere zaterdag en zondag tussen 11.00 uur en 12.00 uur ’s ochtends een moment zullen videobellen met de man en iedere verdere beslissing over de zorgregeling aangehouden.
Bij de beschikking van 16 februari 2021 heeft het hof het verzoek van de vrouw tot wijziging van het gezamenlijk gezag afgewezen, bepaald dat de man € 125,- per kind per maand aan de vrouw betaalt inzake de kinderalimentatie en het verzoek van de vrouw tot het vaststellen van partneralimentatie afgewezen.
1.2
Bij het hof is nadien op 11 juni 2021 per e-mailbericht het rapport van de raad ingekomen.
1.3
De mondelinge behandeling is voorgezet op 27 oktober 2021. Verschenen zijn:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en de tolk in de Poolse taal, mevrouw J.M. Proszkowski;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw D.M. van Dijk.

2.De feiten

2.1
Voor de vaststaande feiten verwijst het hof naar de in deze procedure gegeven beschikking van 22 december 2020. Het hof gaat ook thans nog van die feiten uit.

3.De motivering van de beslissing

3.1
Ingevolge het bepaalde in artikel 1:253a Burgerlijk Wetboek (BW) dient de rechter in geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het gezag een zodanige beslissing te nemen als hem in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt. Bij deze beoordeling dient de rechter de belangen van alle betrokkenen in aanmerking te nemen en tegen elkaar af te wegen. Het belang van het kind staat daarbij voorop en dient een overweging van de eerste orde te zijn. Dat neemt niet weg dat, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, andere belangen zwaarder kunnen wegen.
3.2
De raad heeft in zijn rapport en ter zitting in hoger beroep het volgende geadviseerd.
Gedurende het raadsonderzoek is op initiatief van de raad een begeleide omgang opgezet bij BOR van Humanitas. Tegen het einde van het raadsonderzoek is deze begeleiding afgerond omdat BOR zag dat de begeleiding niet nodig is en de man en de kinderen goed op elkaar reageren. Vervolgens zijn partijen in het afrondend gesprek met de raad een onbegeleide zorgregeling overeengekomen van om de week op zaterdag van 12.00 uur tot 14.00 uur. De man haalt de kinderen bij de vrouw thuis op maar komt niet binnen.
Het advies van de raad is dat uitbreiding van het contact in het belang van de kinderen en hun verdere persoonlijkheidsontwikkeling is. Er zijn namelijk geen contra-indicaties tegen het contact tussen de kinderen en de man. De uitbreiding van het contact zal echter moeten worden opgebouwd en de ouders hebben daarbij hulp nodig. Hierbij kan gedacht worden aan Parallel Ouderschap of Ouderschap Blijft, mede om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de raad benadrukt dat ook indien de ouders vanwege de taalproblematiek gebruik maken van een andere organisatie (zoals Sensa Zorg), hulpverlening die gericht is op het verbeteren van de onderlinge communicatie als ouders noodzakelijk blijft.
De man woont ver van [woonplaats vrouw] , waardoor de omgang bij aanvang zal moeten plaatsvinden in [woonplaats vrouw] . De raad adviseert dan ook een zorgregeling te bepalen van om de week één weekenddag van 10.00 uur tot 17.00 uur. Als aan de voorwaarden voor een veilig verblijf is voldaan, kan de omgang verder worden uitgebreid naar om de week een weekend bij de man thuis. Sensa Zorg kan wellicht met de vrouw de woonruimte van de man bekijken met het oog op het verblijf van kinderen. De haal- en brengtijden zullen in overleg moeten worden bepaald tussen de ouders, met hulp van Sensa Zorg.
Wat in ieder geval belangrijk is bij de uitvoering van de zorgregeling, is dat de ouders zich aan vaste tijden houden, zodat de regeling voorspelbaar is voor de kinderen. Verder adviseert de raad dat de man en de kinderen elkaar tweemaal per week bellen, al is het maar enkele seconden even naar elkaar zwaaien. Het is namelijk belangrijk dat de ouders zich houden aan de afspraken, aldus de raad.
3.3
De man heeft ter zitting in hoger beroep meegedeeld dat hij tevreden is met de opbouw van de zorgregeling. De omgang verloopt goed en de kinderen en hij hebben leuk contact met elkaar. Hij merkt echter dat de kinderen hem missen en hij zou de kinderen graag meer zien. Zolang de zorgregeling nog niet bij hem thuis kan plaatsvinden, verzoekt hij dan ook om een wekelijkse zorgregeling waarbij hij de kinderen gedurende één weekenddag ziet van 10.00 uur tot 17.00 uur. Daarnaast wil hij graag twee keer per week videobellen met de kinderen. Hij begrijpt dat de kinderen daar niet altijd zin in hebben en geeft hen daarin ook de ruimte. Hij vindt het echter belangrijk om door de weeks ook contact met hen te hebben. Verder is hij van mening dat de woning waar hij nu woont geschikt is voor een tweewekelijkse weekendregeling. Daarvoor is een verhuizing dichterbij [woonplaats vrouw] niet nodig. Zijn privékamer is groot genoeg voor hem en de kinderen om een weekend in door te brengen. Ook kan hij een auto lenen om de kinderen te halen en brengen. Hij kan die auto eventueel ook lenen om de lopende zorgregeling in de winter vorm te geven.
Uit contact met het CJG is gebleken dat zij geen hulp kunnen aanbieden in de Poolse taal. Inmiddels heeft Sensa Zorg echter contact opgenomen, zij hebben een Pools sprekende medewerker paraat gevonden om de ouders van hulp te voorzien. In afwachting van de resultaten van deze hulpverlening verzoekt de man deze zaak aan te houden zodat na de uitbreiding van de zorgregeling deze kan worden vastgelegd in een eindbeschikking, aldus de man.
3.4
De vrouw heeft ter zitting in hoger beroep meegedeeld dat de communicatie tussen partijen enigszins is verbeterd. De afgelopen periode heeft de man de kinderen in ieder geval om de week en soms vaker, gedurende meerdere uren op één weekenddag gezien. Partijen houden daarbij geen vaste tijden aan maar de vrouw vindt het wel belangrijk dat de kinderen op tijd thuis zijn. De vrouw verzoekt om te bepalen dat de man en de kinderen elkaar om de week gedurende één weekenddag zien, zodat er voor haar ook weekenden vrij in te vullen zijn. De inhoudelijk invulling van de huidige zorgregeling baart de vrouw echter wel zorgen, met de winter op komst. Verder vindt zij het door de raad geadviseerde videobellen twee keer per week teveel. De kinderen hebben daar geen behoefte aan en hebben daar geen ruimte voor naast hun dagelijkse activiteiten.
Op dit moment wil de vrouw (nog) niet dat de omgang bij de man thuis plaatsvindt omdat zij moeite heeft om de man te vertrouwen en het voor haar onduidelijk is hoe de (woon)situatie van de man is. Voor een zorgregeling bij de man thuis dient eerst aan bepaalde randvoorwaarden te worden voldaan, zoals hulp aan de ouders, gewenning bij de kinderen en duidelijkheid over de (woon)situatie van de man. Voor het aanhouden van de zaak in afwachting van uitbreiding van de zorgregeling is gelet op de vele verschillende randvoorwaarden geen ruimte, omdat een aanhouding en de daarmee gepaard gaande langdurige onduidelijkheid niet in het belang van de kinderen is, aldus de vrouw.
3.5
Het hof overweegt als volgt.
Het hof heeft kennisgenomen van het advies van de raad en maakt daaruit op dat er geen contra-indicaties zijn voor de omgang tussen de man en de kinderen. Positief is dat de ouders al een uitbreiding van de contacturen hebben gerealiseerd in [woonplaats vrouw] of omgeving. Het is in het belang van de kinderen dat zij hun vader langer achter elkaar en in verschillende situaties meemaken, zodat hij ook opvoedtaken kan uitoefenen. Gelet op de afstand tussen de verschillende woonplekken is een weekendregeling op zijn plaats. Naar het oordeel van het hof is het feit dat de man niet over zelfstandige woonruimte beschikt onvoldoende doorslaggevend om te oordelen dat bij hem thuis geen omgang kan plaatsvinden. De man heeft ter zitting in hoger beroep toegelicht dat hij over een grote eigen kamer beschikt, waarin voldoende slaap- speel- en leefruimte is om gedurende een weekend met de kinderen te verblijven. Voordat omgang bij de man thuis kan plaatsvinden acht het hof het voor het onderlinge vertrouwen tussen de ouders wel van belang dat de woonplek van de man door een professional en de vrouw wordt bekeken vanuit het perspectief van een kortdurend verblijf met twee jonge kinderen. Aangezien de man geen zelfstandige woonruimte heeft, is de wens van de vrouw om te zien waar de kinderen verblijven goed voorstelbaar. Het hof zal dan ook een weekendregeling met overnachting bepalen, onder de voorwaarde dat de woonruimte van de man eerst zal worden bezocht door de vrouw, in aanwezigheid van een medewerker van Sensa Zorg of een andere organisatie. Wanneer Sensa Zorg, of de betrokken andere organisatie, de woonruimte van de man als voldoende geschikt heeft bevonden, zullen de man en de kinderen elkaar om het weekend kunnen zien van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.00 uur, waarbij de man de kinderen bij de vrouw thuis haalt en brengt op voornoemde tijden.
Zolang de woonruimte van de man niet (als geschikt) is beoordeeld, vindt de omgang om het weekend in (de buurt van) [woonplaats vrouw] plaats op een zaterdag of zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur, waarbij de man de kinderen op voornoemde tijden haalt en brengt. Het is voor de duidelijkheid en voorspelbaarheid voor de kinderen belangrijk dat wordt vastgehouden aan genoemde tijden en dat de ouders hier niet onnodig van afwijken.
3.6
Verder zal het hof bepalen dat de kinderen en de man elkaar twee keer per week bellen. De kinderen en de man zullen een telefonisch contactmoment met elkaar hebben in het weekend en iedere woensdag aan het einde van de middag. Een kort belmoment, op geleide van de kinderen, volstaat hierbij.
3.7
Bij deze stand van zaken ziet het hof geen aanleiding om de zaak aan te houden, zoals door de man verzocht. Het hof zal zijn verzoek daartoe dan ook afwijzen.
3.8
Dit leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

Het hof:
verdeelt de zorg- en opvoedingstaken tussen de man en de vrouw zo, dat de kinderen bij de man verblijven om het weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.00 uur, waarbij de man de kinderen haalt en brengt op voornoemde tijden, onder de voorwaarden dat Sensa Zorg of een andere organisatie de woonruimte van de man geschikt heeft bevonden voor kortdurend verblijf gedurende een weekend met de kinderen en de vrouw in aanwezigheid van Sensa Zorg of een andere organisatie de woonruimte van de man heeft kunnen bezoeken;
verdeelt de zorg- en opvoedingstaken tussen de man en de vrouw in afwachting van het voldoen aan voornoemde voorwaarden zo, dat de kinderen om de week één weekenddag met de man doorbrengen in (de buurt van) [woonplaats vrouw] , waarbij de man de kinderen ophaalt om 10.00 uur en terugbrengt om 17.00 uur;
bepaalt dat de man en de kinderen elkaar twee keer per week bellen, eenmaal in het weekend en eenmaal aan het einde van de woensdagmiddag;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.F. Miedema, mr. G.W. Brands-Bottema en mr. J.A. van Keulen, in tegenwoordigheid van mr. W.J. Boon als griffier en is op 7 december 2021 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.