ECLI:NL:GHAMS:2021:391
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken tot opheffing ondertoezichtstelling en beëindiging uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de verzoeken van de moeder tot opheffing van de ondertoezichtstelling en beëindiging van de uithuisplaatsing van haar kinderen, [kind A] en [kind B]. De moeder, die in hoger beroep was gekomen van een eerdere beschikking van de kinderrechter, stelde dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet langer aanwezig waren en dat zij in staat was om voor haar kinderen te zorgen. De GI, William Schrikker Stichting, en de Raad voor de Kinderbescherming waren echter van mening dat de situatie van de moeder onvoldoende was gestabiliseerd en dat de veiligheid van de kinderen in het geding was. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen signalen van hechtingsproblematiek vertonen en dat de huidige opvoedsituatie bij de pleegmoeder, waar zij sinds 14 maart 2020 verblijven, noodzakelijk is voor hun ontwikkeling. De moeder heeft geen geldige verblijfstitel in Nederland en haar situatie is kwetsbaar, wat de mogelijkheid om de kinderen veilig op te voeden in gevaar brengt. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, omdat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn.