Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Na telefonisch overleg van net (…) hebben wij besproken dat ik vanaf morgen elke factuur van [de man] aan van der Vleuten & van Hooff overmaak. [de man] werkt bij mij als ZZP’er met een week factuur van gemiddeld 1.080,00 per week. Alleen ben ik bang als hij geen geld meer krijgt dus niet meer kan eten, geen benzine meer voor auto heeft (…) hij niet meer voor mij kan werken. Dat ik dan ook in problemen kom door dat ik geen chauffeur meer heb en deze zijn niet voor het oprapen. Graag wil ik van u daar een antwoord op hebben”.
3.Beoordeling
van het bedrag waarvoor op 16 oktober 2018 beslag is gelegd”. Daarmee is onmiskenbaar bedoeld dat [de vrouw] heeft gevorderd dat [de B.V.] ingevolge artikel 477a lid 1 Rv wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor het beslag is gelegd “
als ware hij daarvan zelf schuldenaar”.